25th Anniversary of the NATO.
Previous
Next
 

Date of issue: 20th of April 1974.

OBC/COB number: 1712

Created by: Luc De Decker

Perforation: 11 1/2
Size: 35mm x 24 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: - 3.500.000ex
Paper: P3 ( see paper Types )

1712 - 10F - Logo NATO

INFO
Vanaf 1948 werden onderhandelingen ingezet, eensdeels tussen vijf landen in Europa die onderling reeds een wederzijds verdedigingspact hadden gesloten – het Verdrag van Brussel dat België, Frankrijk, Luxemburg, de Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk verenigde – en anderdeels Canada en de Verenigde Staten. Op hetzelfde tijdstip begonnen de Verenigde Staten een actie die het hun grondwettelijk moest mogelijk maken "zich in vredestijd aan te sluiten bij regionale of collectieve maatregelen met het oog op een daadwerkelijke en doorlopende individuele en onderlinge hulp in geval van een gewapende aanval welke hun nationale veiligheid aantast ". Begin 1949 nodigden die zeven landen Denemarken, IJsland, Italië, Noorwegen en Portugal uit om met hen besprekingen aan te gaan over een verdedigingspact en op 4 april 1949 werd door die twaalf landen in Washington het Noord-Atlantisch Verdrag ondertekend. In 1952 traden Griekenland en Turkije op hun beurt toe tot het Verdrag en, in 1954, nadat de Franse Assemblee Nationale het ontwerp voor een Europese Defensiegemeenschap (C.E.D.) had afgewezen, werd op grond van nieuwe akkoorden de zogenaamde Akkoorden van Parijs, de toetreding van de Duitse Bondsrepubliek tot de Alliantie bekrachtigd. Deze Alliantie telt vandaag dus vijftien leden. Op het tijdstip waarop het Verdrag werd ondertekend, lag in ieders geheugen nog vers de herinnering aan de eerste "coup" van Praag die in de lente van 1948 een communistisch bewind aan de macht had gebracht in Tsjecho-Slowakije en was de stad Berlijn nog steeds geblokkeerd door Sovjettroepen. Een maand na de ondertekening van het Verdrag werd de blokkade opgeheven en sedertdien werd aan de onafhankelijkheid van de Europese lidstaten niet meer geraakt en werden vrede en veiligheid in de N.A.V.O.-zone bewaard. In de loop van haar vijfentwintigjarig bestaan heeft de Alliantie verschillende etappes doorlopen die haar politiek en haar activiteiten telkens een nieuw inzicht hebben gegeven. Bij de ondertekening van het Verdrag was de dringendste taak het opstellen van een intergeallieerd defensiesysteem en de besprekingen tussen de partners hadden in hoofdzaak betrekking hetzij op problemen die verband hielden met de defensie of problemen met militaire implicaties. Nadat achteraf de getroffen maatregelen de collectieve veiligheid voortdurend hadden versterkt, ging de politieke rol van de Alliantie zich gevoelig uitbreiden, vooral op het vlak van de raadpleging tussen de lidstaten. Thans wisselen de geallieerden van de N.A.V.O. van gedachten en raadplegen zij elkaar over een groot aantal onderwerpen. Bij de andere successen van de Alliantie moge worden verwezen naar de evolutie van haar defensiepolitiek, de Westerse initiatieven met het oog op de ontspanning, de Oost-West contacten, de voorstellen tot onderlinge en evenwaardige vermindering van de strijdkrachten en de actie van de N.A.V.O. inzake bescherming van het leefmilieu. Na eerst in Parijs gevestigd te zijn geweest, werd de zetel van de N.A.V.O. (N.A.T.O. in het Engels), de organisatie opgericht met het oog op de uitvoering van het Verdrag, in oktober 1967 overgebracht naar Brussel. De militaire organen van de Alliantie waren kort voordien buiten Frankrijk overgebracht, met name het Geallieerd Oppercommando in Europa (SHAPE) dat zich in Bergen ging vestigen. De N.A.V.O. is een intergouvernementele organisatie die geleid wordt door een Raad – de Atlantische Raad – voorgezeten door de Secretaris-generaal van de Organisatie. De lidstaten zijn bij die Raad vertegenwoordigd door de ambassadeurs die aldaar de Permanente Vertegenwoordigers worden genoemd. Tweemaal 's jaars, in de lente en bij het begin van de winter, komt de Raad samen op ministersvergaderingen waaraan gewoonlijk de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, en soms, die van Financiën van de vijftien lidstaten deelnemen. Die vergaderingen waarvoor de gehele wereldpers opkomt, zijn steeds belangrijke politieke gebeurtenissen in de evolutie van de internationale toestand. .

.

.

.

.

.



<