100th Anniversary of National Bank Of Belgium. Previous
Next
Date of issue: 11th of Oktober 1975.
OBC/COB number: 1781
Created by: Consatnt Spinoy / Charles Leclercqz
Perforation: 11 1/2
Size: 37 mm x 23 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Steeldeepprint
Number of plates: I-II-III
Printing Run: - 2.000.000ex
Paper: P3 ( see paper Types )1781 - 25F - "Walthère Frère Orban"
INFO
De Nationale Bank van België werd opgericht in 1850 op initiatief van de Minister van Financiën, Walthbre Frère Orban, met het doel eenheid te brengen in de uitgifte van bankbiljetten en, als kredietgever in laatste instantie, kredieten te verlenen aan het bedrijfsleven, vooral in tijden van verkrapping van de financieringsmiddelen. In de loop van de jaren en vooral in de 2(P eeuw, trad het openbare karakter van de Nationale Bank steeds meer naar voren, wat in 1948, in het juridische vlak, tot uiting kwam in de deelname van de Staat, ten belope van 50 pct., in het kapitaal van de naamloze vennootschap. De wetgever heeft die deelname zo georganiseerd dat de particuliere en de overheidsbelangen in de schoot van de Bank tegen elkaar opwegen. De voornaamste opdracht van de Nationale Bank bestaat erin, binnen de actie van de Regering op economisch gebied, de geldpolitiek te ontwerpen en toe te passen. De geldpolitiek streeft er in de eerste plaats naar dat de volkshuishouding op passende wijze wordt voorzien van betaalmiddelen waardoor een ordelijke activiteit en groei mogelijk zijn, maar vermeden wordt dat overtollige liquiditeiten ontstaan die inflatoire druk zouden kunnen verwekken of in stand houden. Aangezien de Bank ook de goud en deviezenreserves van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie aanhoudt, neemt ze actief deel aan de internationale monetaire betrekkingen en aan de onderhandelingen betreffende de monetaire samenwerking, zowel op het vlak van de Europese Gemeenschappen als op het wereldvlak. Aan de andere kant belast ze zich met documentatie en voorlichtingsopdrachten voor de Regering en voor het Land. In haar hoedanigheid van centrale bank, bezorgt ze bankbiljetten aan de financiële instellingen en, via deze laatste, aan het publiek. Als tegenpost van de aldus uitgegeven biljetten, die voor haar een verplichting uitmaken, bezit de Bank vorderingen op het buitenland, op de Belgische economie en op de Staat. De Bank verleent ook een aantal diensten voor rekening van derden: meer in het bijzonder kunnen worden vermeld de dienst van de Rijkskassier en het dagelijks beheer van het Belgisch-Luxemburgs Instituut voor de Wissel en van het Rentefonds. Deze menigvuldige functies worden uitgevoerd door de diensten van de Bank, onder het gezag en de stuwende kracht van de Gouverneur en van de Directeuren, van wie er een de titel van Vice-gouverneur draagt. Belangrijke aangelegenheden worden besproken door het Directiecomité, dat erover beslist. Vraagstukken in verband met het algemeen beleid worden besproken door de Regentenraad en door de Algemene Raad, waarvan ook de Directeuren lid zijn. Over geld-politieke aangelegenheden beslist de Regentenraad, waarin de grote economische belangen van het land vertegenwoordigd zijn. Een College van censoren, benoemd door de algemene vergadering, heeft tot taak de transacties van de Bank te controleren en de juistheid van haar boekingen na te gaan. Ten slotte staat de Bank onder het toezicht van de Minister van Financiën, die over een vetorecht beschikt waardoor hij zich kan verzetten tegen de uitvoering van iedere maatregel die strijdig zou zijn met de wet, de statuten of de belangen van de Staat. Hij doet zulks door bemiddeling van een door de Koning benoemd regeringscommissaris, die ermee belast is de verrichtingen van de Bank te controleren. De Bank bezit bijbanken in Antwerpen, Luik en Luxemburg, de hoofdstad van het Groothertogdom. In de voornaamste steden van het land zijn agentschappen gevestigd. .
.
.
.
.
.