Europe : Art works
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 14th of May 1983.

OBC/COB numbers: 2092-2093

Created by: Compotition : Jacques Richez /De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size: 35 mm x 24 mm
Composition of the sheets: 25
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2092 - 10.000.000ex ; 2093 - 3.000.000ex
Paper: P5 ( see paper Types )

2092 -11F - 'L'homme de la rue' - Paul Delvaux
2093 -20F - 'Avondtreinen' - Paul Delvaux

INFO

Voorzover bekend was de (omstreeks 1420 gedrukte) « Bijbel der Armen » het eerste boei in Europa. De bladzijden ervan waren gereproduceerd met behulp van xylografische platen, een « eenvoudig » systeem waarbij voor elke bladzijde een plaat moest worden gegraveerd. Een bijzonder tijdrovend procédé, zoal. men ziet. Gelukkig kon Johann Gensfleisch, ook Gutenberg geheten, omstreeks 1450 zijn systeem van losse metaalletters perfectioneren, waar door het voortaan mogelijk werd, teksten snel en op talloze exemplaren af te drukken. In België, met name te Aalst, ontstond de eerste drukkerij 510 jaar geleden; ze was he1 resultaat van vruchtbare samenwerking tussen Jan van Westfalen en Dirk Martens. In Antwerpen kwam zich de Fransman Christoffel Plantijn vestigen, die spoedig zou zorgen voor de ruimere vermaardheid van de snel evoluerende Belgische boekdrukkunst. Plantijn werd ondermeer door zijn meertalige Alcala-Bijbel beroemd. Op verdere vooruitgang in het gebruik var losse lettertekens moest evenwel vier eeuwen lang worden gewacht: in 1844 werd de zetmachine (in 1822 door de Amerikaan Church uitgevonden) door Mergenthaler, eer Duitser, verder ontwikkeld tot de bekende linotype, waarmee onmiddellijk regelblokjes konden worden samengesteld. Meteen was. ook de productiesnelheid weer opgedreven In België werd de eerste linotype bij «La Meuse » te Luik geïnstalleerd. Het drukken behoort tot de technieken, die door hun nauwe samenhang met de steeds. voortschrijdende technologie, alsmaar evolueren: eerst waren er de aarde gravures er de xylografieen, later de losse metaalletter. en tenslotte de linotypezetmachine. Meest recente stap is de computer, een haast banaal geworden werktuig, waarmee vandaag de drukker, trouw aan de tradities van zijn kunst, de grafische mogelijkheden verkent, waartoe hij door zijn dynamisme en zijn fantasie wordt geïnspireerd. (Tekst welwillend toegestuurd door de Belgische Federatie der Grafische Bedrijven V.Z.W.)

Op zekere dag stelde het menselijk vernuft vast dat in stoom een enorme kracht schuilde. De uitvinders – de pioniers – wendden onmiddellijk deze eigenschap aan voor de ontwikkeling van een transportmiddel met grote klasse. Dat was de spoorweg, onmisbare hulp voor de industrie en ideaal vervoermiddel voor reizigers. Zou het menselijk vernuft het daar bij laten? Zeker niet. Binnen het raderwerk van de economische en sociale vooruitgang, waarvoor de spoorweg van bij de aanvang de stuwende kracht was, evolueerde dit revolutionaire transportmiddel: met rasse schreden. Het Belgische net – het eerste op het vasteland – dat werd «ingereden» in mei 1835 telde 35 jaar later reeds meer dan 3.000 km spoor. Vandaag de dag zijn er dat nagenoeg 4.000, en dat betekent het dichtste spoorwegnet ter wereld. De elektrificatie, aangevat in 1935, wordt nog steeds verder doorgevoerd. De dieseltractie was reeds ruim verspreid voor de tweede wereldoorlog. Zodanig dat de laatste stoomlocomotief op rust werd gesteld in 1966 en het werk overliet aan nieuwe tractietypes. De concurrentie van de auto, de autobus en de vrachtwagen – om van het vliegtuig niet te spreken – op korte afstanden, leidde de spoorweg naar een nieuwe evolutiefase die zich concretiseerde in meer comfort voor de reizigers en een aangepast goederenwagenpark. Meer en meer speelt de moderne technologie een rol in het ontwerpen van spoorwegmaterieel. De trein treedt daar waar de afstanden het toelaten binnen in het tijdperk van de hoge snelheden (in Japan op de nieuwe Tokaïdo-lijn en in Frankrijk met de TGV). De trein komt weer in de gunst bij degenen die hem afgeschreven hadden. Beter nog: in de schaduw van een traditionele spoorweg bestuderen en testen vorsers reeds de mogelijkheden van monorails en het zweven op magnetische velden om tot nog betere prestaties te komen. Het menselijk vernuft is onuitputtelijk, en het is zeker dat de spoorweg door zijn parallelle evolutie met de techniek en door zijn voortdurende aanpassing aan specifieke behoeften, morgen nog een ander beeld zal vertonen. (Tekst welwillend medegedeeld door de Handelsdirectie van de N.M.B.S.)

 

.

.

.

.

.

.

.