Culture.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 11th of September 1982.

OBC/COB numbers: 2060-2063

Created by: Design : Gérard Gaudaen - Etn. de Schutter - Thierry Bosquet / Helio : Etn. De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size: 24 mm x 35 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2060 - 5.400.000ex : 2061 -9.000.000ex ; 2062 - 2.500.000ex ; 2063 - 3.000.000ex
Paper: 2060 - P6 ; 2061/2063- P5 ( see paper Types )

2060 -7F - Louis Paul Boon
2061 -10F- "aanbidding der herders" Hugo van der Goes
2062 -12F - Michel de Ghelderode
2063 -17F - Work of Piere Paulus

INFO

Louis Paul Boon werd geboren op 15 maart 1912 in Aalst, en overleed op 10 mei 1979 te Erembodegem. Zijn artistieke aanleg manifesteerde zich het eerst, in de jaren '30 al, in de schilder en tekenkunst, die hij trouwens zijn leven lang is blijven beoefenen. Maar vanaf zijn literaire debuut, De voorstad groeit (1942), een roman die op voorspraak van Willem Elsschot met de gezaghebbende Leo J. Krijnprijs werd bekroond, heeft hij zich vooral als schrijver gemanifesteerd. Onafgebroken werkend tot aan zijn dood, heeft hij een monumentaal prozaoeuvre opgebouwd dat tot de top behoort van de hele Nederlandse literatuur na WOII. Voor dat oeuvre is hij met talrijke prijzen gelauwerd, o.m. in 1966 met de Nederlandse Constantijn Huygensprijs, in 1971 met de Driejaarlijkse Belgische Staatsprijs voor zijn roman Pieter Daens, en in 1978 met de Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan. In 1972 werd hij ook officieel als Belgisch kandidaat voorgedragen voor de Nobelprijs. Het leeuwendeel van Boons oeuvre kan worden beschouwd als een geromanceerde kroniek van de sociaal-politieke geschiedenis van Vlaanderen, beschreven vanuit het perspectief van de kleine man en de verdrukte volksklasse. Toch wordt deze geschiedenis in de afzonderlijke boeken niet chronologisch gevolgd. Zo speelt De bende van Jan de Lichte (1956) in de donkere tijd van de 18de eeuw, Pieter Daens (1971) in het laatste kwart van de 19de eeuw, en Het Geuzenboek (1980) in de woelige 16de eeuw. In het tweeluik De Kapellekensbaan-Zomer te TerMuren (1953-1956) wordt op een indrukwekkende caleidoscopische manier de op en neergang van de socialistische beweging in Vlaanderen uitgebeeld. De boeken van Louis Paul Boon zijn in vele talen vertaald. De meeste spelen in of rond zijn geboortestad Aalst, waar dan ook eerlang te zijner nagedachtenis een door beeldhouwer Roel D'Haese vervaardigd bronzen beeld van Boons legendarische vrijheidsheld Jan de Lichte zal worden onthuld. (tekst bereidwillig afgestaan door de Louis Paul Boon Stichting v.z.w.)

500 jaar geleden, stierf de vermaarde schilder Hugo van der Goes in de priorij van het Rode Klooster te Oudergem. Hij werd omstreeks 1440 geboren te Gent en werd in 1467 toegelaten tot de gilde Sint-Lucas waarvan hij deken zal zijn van 1473 tot 1476. De archieven van Gent en Brugge maken gewag van de werken die hij uitvoerde, onder meer het schilderen van decors ter gelegenheid van verschillende gebeurtenissen zoals het huwelijk van Karel de Stoute met Margareta van York en de lijkdienst ter nagedachtenis van Filips de Goede. In 1478 trok Hugo van der Goes, als lekenbroeder, zich terug in de priorij van het Rode Klooster vlak bij het Zoniënwoud, waar zijn halfbroer oblaat was. Nochtans gaf hij het schilderen niet op en hij genoot veel vrijheid om zijn kunst uit te oefenen. Onder de talrijke bezoekers die door zijn aanwezigheid in het Rode Klooster werden aangetrokken citeert men de toekomstige keizer Maximiliaan en de dignitarissen van zijn hof. De laatste jaren van het leven van de kunstenaar werden door geestesstoornissen overschaduwd. Als geestelijke erfgenaam van Rogier van der Weyden, is Hugo van der Goes een van de grootste Vlaamse schilders van de XVe eeuw en zijn invloed was aanzienlijk. Het is een baanbreker en een realist. Nevens heilige personages, schildert hij ook mensen met het ruwste karakter. Zoals G.H. Dumont schreef „Hugo van der Goes heeft als eerste in zijn werken de armoede van de Vlaamse boeren weergegeven". Het onderwerp van de bijzondere postzegel gewijd aan Hugo van der Goes is een fragment van een zijner meesterwerken, „de Aanbidding der Herders", genoemd retabel Portinari, dat zich bevindt in het „Galleria del Uffizzi" te Florence. (Tekst welwillend medegedeeld door Mevrouw Augusta Maes - Rode Klooster te Brussel).

Twintig jaar geleden, op 1 april 1962, overleed te Schaarbeek de grote toneel en novellenschrijver Michel de Ghelderode, expressionist, ergens tussen het mysticisme en het fantastische. Enkele dagen na zijn dood, maakte professor G. Brandell van de Upsala universiteit bekend dat de Zweedse Academie overwoog hem de Nobelprijs toe te kennen. Hij werd geboren te Elsene op 3 april 1898. Gedurende zijn eenzame jeugd ontdekt hij het Elizabethaanse theater en de Spaanse Gouden Eeuw, die een grote invloed op zijn werk zouden hebben. Vanaf 1927 schrijft hij zijn meest typische toneelstukken: elk stuk vertoont een originele, dramatische liturgie en een inspiratie die dikwijls geput wordt uit de Spaanse bezetting van Vlaanderen. Echt succes kent hij voor het eerst in Parijs in 1946. Vanaf dan worden zijn werken overal ter wereld opgevoerd en worden ze vertaald in meer dan 20 talen. De meest bekende zijn: Escurial, Sire Halewijn, Pantagleize, Barabbas, Christophe Colomb, La Balade du Grand Macabre, Mademoiselle Jaïre, Sortie de I'acteur, L'école des bouffons. Hij schreef ook fantastische verhalen en poëtisch proza, welke door het groot publiek nog steeds niet herontdekt werden: Sortilèges, La halte catholique, L'homme sous I'uniforme, La Flandre est un songe. (Deze tekst werd vriendelijk ter beschikking gesteld door v.z.w. "Les Amis de Michel de Ghelderode").

Pierre Paulus, honderd jaar geleden geboren te Chatelet, kan zonder twijfel de meester van de Waalse schilderschool genoemd worden, en dit was hij gedurende een halve eeuw. Nadat hij zijn diploma van architect had behaald, verbleef hij voor lange en volledige teken en schilderstudies in Brussel, Rome en Spanje. Op 30-jarige leeftijd was hij reeds beroemd in Wallonië, waar politici en industriëlen door hem hun portret lieten schilderen. Nadat hij een jaar lang door ziekte aan het bed gekluisterd was, hervatte hij zijn werk om zich voortaan aan het werk van de kleine man, vooral de kolen en staalarbeiders en arbeidsters, te wijden. De hoop op vernieuwing die voor hen een geboorte symboliseerde, inspireerde hem voor zijn pathetische "maternites", die elk groot museum in zijn bezit wil hebben. Gelijktijdig met deze sociaal gerichte werken, die de meerderheid van de meesterwerken in dit genre vormen, schilderde Pierre Paulus ook impressionistische doeken met prachtige kleuren, bloemen, landschappen en stillevens, en zijn „Oiseau bleu", die noch in ruimte, noch in tijd door een schilder ooit werd geëvenaard. Rene Huyghe, van de Academie Française schreef over hem: „De grootheid van Pierre Paulus bestaat erin dat hij de bewegingen, de scholen, de strekkingen, waartoe kunstenaars uit gemakzucht gerekend worden, voorbijgestreefd en gedomineerd heeft. Hij heeft zich van hen en zelfs van een tijdperk afgezonderd. Hij bekleedt een voorname plaats in de wereldkunst, daar hij uniek is. Hij wist het moderne van de onderwerpen met het classicisme van de plastische expressie te verenigen". (Uittreksel uit de monografieën van Charles BERNARD, Louis PIERARD, J.R. DELAHAUT en van Rene HUYGHE van de Academie Française).

.

.

.

.

.

.

.