Louis Pierard.
Previous
Next
 

Date of issue: 17th of Novembre1973.

OBC/COB number: 1690

Created by: Luc De Decker / Charles Leclercqz

Perforation: 11 1/2
Size: 24mm x 37mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Combined Steel and Screendeepprint
Number of plates: 1-2-3-4
Printing Run: 5.500.000ex
Paper: P3 see paper Types )

1690 - 4F - Writer and journalist

INFO
Louis Pierard zag in 1886 het levenslicht te Frameries (Borinage) als oudste zoon van een bescheiden gezin. Zijn beide grootvaders waren mijnwerkers. Nog zeer jong trad hij toe tot het socialisme en streed aan de zijde van Destree en Vandervelde voor het algemeen kiesrecht. In 1919 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger van Bergen en was gedurende drieëndertig jaar een aktief en dynamisch parlementslid. Reeds bij zijn intrede in de Kamer legde hij een wetsontwerp neer om de nagedachtenis te eren van een niet geïdentificeerd gesneuveld soldaat die later de "Onbekende Soldaat" zou worden. Als parlementslid ijverde hij ten gunste van de kunstenaars, de schrijvers en de vrijetijdsbesteding van de arbeider. Hij diende het wetsontwerp in tot oprichting van het "Nationaal Werk voor Volksopvoeding" en het " Rijksfonds voor Literatuur" dat de schrijvers steunt bij het uitgeven van hun werken in de vorm van toelagen. In België stichtte hij een der eerste secties van de in 1920 in Londen opgerichte Pen Club International. Hij had vriendschapsbanden gesloten met de grote schrijvers van zijn tijd: Verhaeren, Elskamp, Maeterlinck alsook met talrijke Franse en buitenlandse letterkundigen. Zijn leven lang stond hij op de bres voor zijn vrienden de kunstenaars en richtte in het buitenland de eerste grote tentoonstelling in van Belgische artistieke werken. Dagbladschrijver sedert zijn prille jeugd werkte hij in eigen land geruime tijd mee aan het dagblad "Le Soir" en later aan "Le Peuple ", orgaan van zijn partij. Tevens was hij aktief medewerker van talrijke buitenlandse dagbladen zoals "The Times" te Londen en "La Prenza" te Buenos-Aires, zonder gewag te maken van de talrijke Franse en Belgische tijdschriften. Het litterair oeuvre dat hij ons naliet bestond uit een reeks werken waarvan als merkwaardigste wel "La vie tragique de Vincent van Gogh" mag worden vermeld. In verschillende vreemde talen vertaald diende het als basis voor meerdere later verschenen werken over Van Gogh. In 1949 werd hij lid van de "Academie royale de langue et de litterature Françaises ". Zo was hij tegelijk politicus en schrijver, wat hem op zekere dag ertoe aanzette met een zekere dosis ironie te schrijven: « Ik win mijn dagelijks brood met het journalisme. Bovendien doe ik ook aan politiek en wil ik de literatuur trouw blijven. Dat betekent dat ik op verschillende paarden tegelijk wed. Dit spelletje van de troïka is misschien niet van gevaar ontbloot. Men loopt het risico er zijn tanden op stuk te bijten. Maar het heeft ook voordelen. Als de politici het over mij hebben zeggen ze met een glimlach: "Hij is een poëet ". En mijn collega's letterkundigen: "Hij is in de » politiek... " ». Hij overleed te Parijs in 1952. Hij rust op het kerkhof te Frameries aan de voet van een der oudste steenkoolmijnen. Op zijn grafmonument, opgericht door de gemeentelijke overheid, werd het opschrift gebeiteld: "Wereldburger ". .

.

.

.

.

.