Memorial : Guillaume Lekeu - Hans Memling. Previous
Next
Date of issue: 13th of August 1994.
OBC/COB : number: 2569-2570
Created by: Gérard Gaudaen / P.P.G. De Schutter
Perforation: 11 1/2
Size : 37 x 22 mm
Composition of the sheets: 40
Printing Process: Screendeepprint/Heliogravure
Number of plates: 1-2
Printing Run:6.000.000 ex each
Paper: P5 ( see paper Types )
2569 - 16F - Guillaue Lekeu
2570 - 16F - Hans Memling
INFO
De Waalse componist Guillaume Lekeu was eigenlijk een tragisch figuur: hij stierf toen hij amper 24 jaar oud was. Guillaume Jean Joseph Nicolas Lekeu werd op 20 januari 1870 te Heusy bij Verviers geboren. Hij kreeg zijn eerste muzieklessen van de directeur van het muziekconservatorium van Verviers. In 1879 verhuisden zijn ouders naar Poitiers. Guillaume volgde er het Lyceum maar zette als autodidact zijn muziekstudies verder en componeerde er zijn eerste werken: o.a. Andante et Variations (1885) en Marche d'Ophélie (1887). In 1888 vertrok het gezin naar Parijs waar zoon Lekeu zijn baccalaureaat in de wijsbegeerte behaalde. Via zijn leraar Gaston Vallin, maakte hij hetzelfde jaar kennis met César Franck die hem onmiddellijk onder zijn leerlingen opnam, maar kort daarop stierf. Op aandringen van zijn nieuwe leermeester Vincent d'Indy schreef hij zich in 1891 in voor de Prijs van Rome te Brussel. Hij kwam als eerste uit de schiftingsproef en behaalde tenslotte een tweede prijs. Dit veroorzaakte een storm van protest. Lekeu schreef aan d'Indy: De wedstrijd van Rome is helemaal niet wat ik dacht. De wedstrijd gaat niet tussen de mededingers maar tussen de conservatoria. Misschien apprecieerden de juryleden het niet dat de jonge componist het onderwijs van César Franck boven dat van de conservatoria verkoos. Velen, en niet de minsten, raakten onder de indruk van de muziek van Lekeu. Zo bestelde de grote virtuoos Eughne Ysaye een sonate voor piano en viool die hij in maart 1893 in de Cercle des XX uitvoerde. De sonate zou Lekeu's bekendste werk blijven. Intussen was hij naar Angers vertrokken waar o.a. Trois poèmes pour chant et piano (1892) en de Fantaisie pour orchestre sur deux airs populaires angevins (1892) ontstonden. In oktober 1893 werd Lekeu ziek en stierf te Angers op 21 januari 1894 aan de gevolgen van tyfus. Hij werd op 26 januari 1894 op het kleine kerkhof van Heusy begraven. Lekeu voelde zich als componist zeer verwant met het vurig emotionele temperament van de kring rond César Franck. Ook de invloeden van de latere Beethoven en van Wagner, die in de kring een grote rol speelden, werkten door in zijn composities. Zijn credo kan het best samengevat worden met zijn eigen woorden: Je me tue à mettre dans ma musique toute mon ame. Van de ongeveer vijftig werken die Lekeu schreef, liggen er nog heel wat in de archieven van de conservatoria op een uitvoering te wachten. Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van zijn overlijden werden in 1944 wel verschillende concerten op touw gezet. Maar in 1974, bij de uitgifte door Musique en Wallonie van een LP met muziekstukken van Lekeu schreef de criticus Aldo Virelli Ik ben razend omdat ik een halve eeuw moest wachten om in het bezit te komen van deze fragmenten schoonheid die in feite tot mijn patrimonium behoren. Naar een tekst van Felix De Keyser, lid van Philatelia Alosta, Bronnen: The New Crove Dictionary of Music and Musicians Algemene Muziekgeschiedenis, uitg. De Haan-Haarlem. 1981
Er heerst onduidelijkheid over het begin van het leven en de schildersloopbaan van Hans Memling. Hij werd tussen 1435 en 1440 te Seligenstadt in Hessen geboren. Voor hij naar de Nederlanden afzakte, maakte hij vermoedelijk een leerschool door in Keulen (1455-1460). In zijn werk valt namelijk invloed aan te wijzen van een Keuls triptiek van Stephan Lochner (gestorven in 1451). Tussen 1460 en 1464 werkte hij bijna zeker in het atelier van Rogier Van der Weyden te Brussel. Na diens dood in 1464 verhuisde Memling naar Brugge waar hij op 30 januari 1465 in het "Poorterboek" werd ingeschreven. Hij zou deze stad niet meer verlaten. Hij trouwde er met Anna, dochter van Lodewijk de Valkenaere, kreeg er drie zonen en stierf er in 1494 wanneer zijn kinderen nog minderjarig waren. Op 11 augustus 1494 werd Hans Memling in de St.-Gilliskerk te Brugge begraven. Memling was geen hofschilder zoals Jan Van Eyck. Zijn opdrachten kwamen niet van de Bourgondische hertogen of van de adel maar van de Brugse burgerij. Ze maakten hem tot een welgesteld man (slechts 140 poorters betaalden meer belastingen dan hij). Dit succes kwam niet uit de lucht gevallen. Met Memling bereikte de schilderschool van de Vlaamse Primitieven in Brugge namelijk een nieuw hoogtepunt. Zijn oeuvre bestaat vooral uit religieuze werken en portretten. Zijn stijl kan beschouwd worden als een synthese van de vernieuwingen die de tenoren van de schilderkunst uit de vijftiende eeuw in de Nederlanden hebben gebracht. Memlings lijnvoering en compositieschema's zijn beïnvloed door Van der Weyden en zijn picturaal realisme en zin voor detail door Van Eyck. Zijn kunst is echter niet dramatisch als deze van Van der Weyden en niet inventief als deze van Van Eyck. Ze is eerder getemperd, rustig en eclectisch. Om het met de grote kunsthistoricus Panovski te zeggen: Hij verwondert nooit, brengt nooit in verwarring. Zijn werk geeft de indruk van een afleiding. Ondanks de ontegensprekelijke kwaliteiten van zijn schilderijen geraakte Memling in de 17de en 18de eeuw in het vergeetboek. Het was dankzij de teksten van de kunsthistorici James Weale en Friedlander, in het midden van vorige eeuw, dat Memling terug in de belangstelling kwam en de erkenning kreeg die hij verdient. De panelen van Hans Memling zijn verspreid over alle grote musea ter wereld. De grootste collectie bevindt zich in het oud Sint-Janshospitaal te Brugge met meesterwerken als het triptiek met het Mystieke huwelijk van Sint-Catharina (1479) en het Reliekschrijn van de heilige Ursula (1489). Ook in het Groeningemuseum in Brugge hangen topstukken zoals het Moreel triptiek (1484). Deze zomer zal vanaf 12 augustus in Brugge een grote tentoonstelling van het werk van Hans Memling plaatsvinden.
.