Culture.
Previous
Next
 

Date of issue: 6th of October 1990.

OBC/COB : number: 2387-2390

see also Small Sheet F2387/89

 

Created by: Désire Roegiest / P.P.G. De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size : 77 x 24 mm
Composition of the sheets: 15
Printing Process: Rasterdeepprint / Helio
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2387 -493.478 ex ; 2388 - 500.255 ex ; 2389 475.794 ex
Paper: 2387 - P6 ; 2388-2389 -P5 ( see paper Types )

 

2387 - 10F+2F50 - 50 yeare ' Youth and music'
2388 - 14F+3F - Lamoraal Graag van Egmont
2389 - 25F+6F - Jozef Cantré


INFO

Te Brussel lanceerde Marcel CUVELIER de idee om een jeugdbeweging in het leven te roepen die zich. aan de muziek zou wijden. In het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel vond het eerste concert van JEUGD EN MUZIEK plaats op 17 oktober 1940. Vijftig jaar : het is de moeite waard om het te vieren! Sedert 1945 heeft de J.M.-beweging zich internationaal ontplooid. Zij bestaat thans in 45 landen in de 5 werelddelen. Muziek voor en door de jeugd, dat is het doel van J.M. In België is de beweging uitermate actief, zowel in Vlaanderen als in Wallonië ; meer dan 17.000 activiteiten voor meer dan 850.000 leden. Zonder twijfel is dit de belangrijkste concertorganisatie in het land. Haar rol ter bevordering van de kwaliteitsmuziek is bijzonder belangrijk in scholen, van het laagste tot het hoogste niveau, dank zij de medewerking van gedegen beroepsmusici en animatoren die de onontbeerlijke muzikale en pedagogische kwaliteiten in zich verenigen. Op de gebieden van jeugdorkesten. en muziekkampen heeft de beweging een pioniersrol gespeeld. Laat ons de 50 jaar van J.M. vieren gedurende heel het jaar 1990. De UNESCO gaf reeds in 1989 het voorbeeld. door de Prijs van de Internationale Muziekraad toe te kennen aan de Jeugd en Muziekbeweging die in België ontstaan is. Bron : Jeugd en Muziek België, Koningsstraat 10, 1000 Brussel tel. 02/513.07.98

Lamoraal graaf van Egrnont werd geboren op het kasteel van La Hamaide (Henegouwen) op 18 november 1522. Prins van Gavere in 1533, ridder van het Gulden Vlies in 1546, heerlijkheden in Holland en Vlaanderen, kastelen in Zottegem, Brussel en Gaasbeek. Als aanvoerder van de lichte ruiterij behaalde hij overwinningen tegen het Franse leger in de veldslagen bij Saint-Quentin (1557) en Grevelingen (1558). Filips II benoemde hem in 1559 tot stadhouder van Vlaanderen en Artois, tot lid van de Raad van State en bevelhebber van de Spaanse troepen. Hij nam samen met de prins van Oranje en de graaf van Hoorn de leiding van het verzet van de edelen tegen Granvelle dat tot het vertrek van de kardinaal-aartsbisschop van Mechelen leidde in 1564. Alhoewel Egmont steeds katholiek bleef, voelde hij zich meer geneigd tot begrip en verdraagzaamheid tegenover de Calvinisten en de aanhangers van het nieuwe geloof. In het voordeel van allen hoopte hij hiervoor begrip te krijgen bij Filips II. Het verloop van de geschiedenis heeft uitgewezen dat hij in dit vertrouwen bedrogen werd. Egmont kon de Beeldenstorm niet verhinderen maar trad streng op tegen de kerkbrekers o.m. te Valenciennes en Gent. Met Margareta van Parma herstelde hij de orde in onze gewesten. Hij weigerde aldus tot gewapend verzet tegen de koning over te gaan. Zijn kritiek was steeds loyaal en berustte op het aloude «ius resistendi» recht dat de edelen toestond tegen de wil van de vorst openlijk en vreedzaam te ageren. Hierdoor hoopte Egmont de koning tot betere gevoelens te brengen. Zo was de graaf zich van geen kwaad bewust en reed de hertog van Alva bij diens aankomst tegemoet. Op 9 september 1567 liet Alva hem echter samen met de graaf van Hoorn aanhouden en in het kasteel van Gent opsluiten. Zijn hoge status, de bemiddeling van de Duitse vorsten en de Staten van Brabant mochten niet baten. Beschuldigd van hoogverraad. en majesteitsschennis werd hij door de Raad van Beroerte ter dood veroordeeld en als een afschrikwekkend voorbeeld samen met de graaf van Hoorn op 6 juni 1568 te Brussel op het schavot van de Grote Markt publiek onthoofd. Egmont was een schitterend seigneur, gehuwd met de Duitse prinses Sabina van Beieren en vader van een talrijk gezin, een dapper krijgsman en bijzonder geliefd door de bevolking. Zijn eerlijkheid en zijn vertrouwen in de vorst, werden hem tenslotte fataal. De onthoofding van Egmont vond een grote weerklank in West-Europa gaande van verbazing tot ontzetting en woede. Liederen over de onfortuinlijke graaf ontstonden spontaan, de verschillende vorstelijke hoven correspondeerden erover, prenten visualiseerden het tragische gebeuren. Montaigne vermeldt de terechtstelling in zijn «Essais». De grote compilatieboeken over de Nederlandse Opstand, o.m. van Strada, van Meteren, Bor, Bentivoglio en Le Noble, vaak heruitgegeven en vertaald hielden de herinnering aan Egmont levendig. In de 18de eeuw wijst Voltaire in zijn werken Egmont aan als de vrijheidsheld, slachtoffer van onverdraagzaamheid en tirannie. Onder zijn invloed schrijven de beroemde Duitse auteurs Schiller en Goethe. Voor Goethes treurspel "Egmont" componeerde Beethoven de begeleidende muziek (opus 84) in 1809 en 1810. De ouverture werd wereldberoemd en behoort tot het repertoire van de befaamdste orkesten en de beroemdste dirigenten. De internationale faam die Egmont nu nog in alle culturele kringen van de wereld geniet, heeft hij ongetwijfeld aan de vaak gespeelde Egmont-ouverture te danken. Na het succes in het buitenland komt Egmont als artistiek motief in de 19de eeuw naar ons land terug om vooral in de beeldende kunsten door te dringen: twee standbeelden te Zottegem en te Brussel (met graaf van Hoorn) ; schilderijen o.m. van E. de Biefve, Désiré De Fiennes en Louis Gallait. Tot op onze dagen komt Egmont in de kunsten voor. De historici daarentegen blijven verdeeld over zijn rol en betekenis. Egmont blijft ongetwijfeld de held van de artistieke wereld.. Zijn internationale faam slaat aldus op ons land terug. Deze postzegel, stelt Egmont naar een eigentijds portret in harnas voor, sarnen met Ludwig van Beethoven aan wie hij zijn wereldroem te danken heeft. Enkele muzieknoten uit de Egmont-ouverture vervolledigen de zegel. Prof. Dr. Herman van Nuffel.

Jozef CANTRE {Gent 29.12.1890 / 29.8.1957} Beeldhouwer, graficus die samen met Frans Masereel, Henri Van Straten, Joris Minne en zijn broer Jan-Frans Cantré deel uitmaakte van de groep grafici «De Vijf». Op 19-jarige leeftijd maakte hij als leerling van de Gentse Academie zijn eerste beelden. Gegroeid en gerijpt met schilders als Gustaaf De Smet en Fritz van den Berghe was in zijn werk tot 1919 duidelijk de invloed merkbaar van het dunne, zenuwfijne en met geestelijke intenties geladen werk van George Minne en het gespierde met menselijke liefde doordrongen werk van Constant Meunier. Van 1918 tot 1930 verbleef hij in het Nederlandse Blaricum en Oisterwijk, waar hij met een meer vooruitstrevende, meer op expressie en stijl gerichte kunst in aanraking kwam. In deze Hollandse periode trad hij toe tot het expressionisme, met een streng gesloten vorm en een statisch karakter. Vanaf 1930 bracht, hij geleidelijk meer beweging in zijn composities, de vormen bleven echter strak afgelijnd, ook wanneer het volume minder hoekig uit de materie werd gesneden. Na aanvankelijk veel eerbied aan de dag te hebben gelegd voor de gesloten vorm van het beeld – omdat deze tot de synthese van het gehele wezen naar binnen en naar buiten bijdraagt – en er meestal in geslaagd te zijn de expressiviteit van het gelaat en het evenwicht van de gestalte te verzekeren, toont hij aan dat voor de beeldhouwer ook de beweging een middel tot intensifiëren van de voorstelling kan zijn, rijk aan zin, rijk aan emotie, van een vergeestelijkte wezenlijkheid. Zijn werken zijn gekenmerkt door zijn zin voor synthese, zijn hang naar epiek, zijn diepe liefde voor de volksmens, zijn ideologische overtuiging en hartstocht. En als beeldhouwer èn als houtgraveur was Jozef Cantré een figuur van betekenis, niet slechts in de Vlaamse of Belgische, doch in Europese beweging van die tijd.

 

.