Culture.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 24th of september 1988

OBC/COB numbers: 2298-2301

 

Created by: May Néama / De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size: 35 x 24 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2298 - 4.900.000ex ; 2299 - 8.100.000ex ; 2300 - 2.100.000 ; 2301 -2.100
Paper: 2298 - P6 ; 2299/2301 -P5 ( see paper Types )

2298 - 9F - Etnographic Musua at Antwerp
2299 - 13F - Mausuleum at Sint-martinus Chruch at Trazegnies
2300 - 24F - Church organ Sint-Bartholomeus at Geraarsbergen
2301 - 26F - Reliquary shrine at Sint Hadelin Church at Saint-Martin/Visé

INFO

Antwerp

Initiatiefnemers voor onderhavige speciale postzegeluitgifte zijn de VRIENDEN VAN HET ETNOGRAFISCH MUSEUM ANTWERPEN v.z.w. Sinds bijna 15 jaar pogen zij via een aankoopfonds bij te dragen tot verrijking van de verzamelingen van dit Antwerps stedelijk museum, richten zij jaarlijks een reeks lezingen in en publiceren zij een 3-maandelijks bulletin rond de museumcollectie. Uit een verzameling van ruim 20.000 stuks, waarin een dozijn wereldunica voorkomen, toont het museum over 1.600 m² tentoonstellingsoppervlakte een groot aantal aantrekkelijke kunstwerken en gebruiksvoorwerpen, die zowel oudere als jongere culturen van alle niet-Europese werelddelen illustreren. Voor zover de verzamelingen het toelaten is in de presentatie hoofdzakelijk thematisch te werk gegaan. Van Afrika worden enkele wereldberoemde stukken begeleid door ensembles, die de stilistiek en de functie van de ongeëvenaarde negersculptuur duidelijk maken. Een meer dan 5 m hoge vooroudergedenkplaat staat centraal in een representatieve verzameling gewijd aan de Asmat-Papoea's, waarna voor andere gebieden in de Zuidzee de onvoorstelbare verscheidenheid van kunstzinnige vormgeving de aandacht trekt. Voor Pre-Columbiaans Amerika is er in de eerste plaats een bijzondere Colombia-verzarneling, al zijn Mexico en Peru er niet helemaal afwezig; van jongere Zuidamerikaanse Indianen zijn vooral Kayapo-, Tucano- en Mapuche-ensembles opmerkelijk. Indonesië is vertegenwoordigd door fraai textielwerk en onovertroffen wapensmeedkunst. De Azie-afdeling brengt eerst het hindoeïsme in beeld, vervolgens het boeddhisme; de sectie gewijd aan het Tibetaans boeddhisme, vormt met 3 unica alleszins een van de meest aantrekkelijke van het hele museum. Ongetwijfeld zullen ook traditionele Japanse poppenensembles, zo goed als een volledig stel Balinese schaduwpoppen tot de verbeelding spreken. Zo is er nog veel meer dan hier kan vermeld, en het is de bedoeling ook regelmatig wisseltentoonstellingen te organiseren. Praktisch: toegangstijden en -tarieven zoals voor alle andere stedelijke musea; rolstoelbezoekers kunnen overal bij; tekenaars hebben vouwstoeltjes ter beschikking; mettertijd kunnen doelgerichte groepen opgevangen worden in een apart didactielokaal, en wordt elke tentoonstellingssectie voorzien van een documentatiecel. (Tekst welwillend medegedeeld door de «Vrienden van het Etnografisch Museum van Antwerpen»).

Trazegnies

Gilles Othon (+ 1669) was een aanzienlijk man; hij was markies van Trazegnies, gouverneur van Philippeville en Doornik, en edelman van de Kamer van Aartshertog Leopold en van Don Juan van Oostenrijk. Hij was gehuwd met Jacqueline de Lalaing (+ 1672). De uit wit marmer gehouwen figuren liggen op een zwart marmeren sarcofaag. Gilles Othon draagt een zware pruik en zijn hoofd rust op een rijkelijk versierd kussen. Over zijn borstharnas draagt hij een open mantel die in sierlijke plooien over zijn benen valt en de laarzen met sporen zichtbaar laat. Naast hem ligt Jacqueline de Lalaing, even statig, met een hermelijnen pels om de schouders. Opmerkelijk is de natuurgetrouwe weergave van de figuren: realistisch en niet geflatteerd. De vaardige hand van de kunstenaar gaf aan het marmer van dit mausoleum een lichtende glans. Aan het voeteneind de traditionele syrnbolen: de leeuw voor de moed van de man, de hond voor de trouw van zijn echtgenote. Dit praalgraf is een werk van de Mechelse beeldhouwer Luc Fayd'Herbe, leerling en vriend van P.P. Rubens. De graftombe is te vinden kort bij het koor en de St.-Annakapel, tussen de pilaren van de laatste boog van de beuk; zij draagt geen inscripties, maar de zijkanten zijn versierd aan de ene kant met de acht velden van het wapen van Trazegnies, aan de andere kant met die van Lalaing. Het witte marmer van de wapenschilden steekt fel af tegen de donkere massa van de sarcofaag. (Oorspronkelijke tekst welwillend bezorgd door de filatelistische vereniging van Trazegnies).

Geraardsbergen

Op woensdag 25 juni 1890 werd in de decanale Sint-Bartholomeuskerk te Geraardsbergen het nieuwe orgel, gebouwd door Charles Anneessens, ingespeeld: een instrument met 1.422 pijpen, verdeeld over twee manualen en een pedaal die 29 registers bedienen. De eikenhouten neogotische orgelkast werd ontworpen door de lokale kunstenaar Louis Bert. Op 25 februari 1970 werd het orgel door de firma Jos Stevens uit Duffel gerestaureerd en het uitgebreide instrument ingewijd. Charles Anneessens was een van de leidinggevende figuren in de branche van de muziekinstrumentenbouw in de Geraardsbergse regio. Hij werd te Ninove geboren op 1 maart 1835 als zoon van kerkorgelbouwer Pieter-Hubertus en overleed te Cannes (F) op 2 februari 1903. In 1832 richtte Pieter-Hubertus zijn atelier op te Ninove. In 1864 ging Charles Anneessens te Geraardsbergen van start. Hij zou er kerkorgels bouwen tot 1894, datum waarop hij zijn activiteiten verderzette in zijn bijhuizen te Menen en te Halluin (F). Een publiciteits-brochure van het Huis Anneessens vermeldt niet minder dan 227 orgels, gebouwd tussen 1865 en 1893. Er werd niet enkel voor het binnenland gewerkt. Ook in het buitenland werden diverse bestellingen uitgevoerd. Zo staan Anneessensorgels in Engeland, Schotland, Ierland, Frankrijk, Nederland, Spanje en Italië. De uitgave van deze postzegel heeft tot doel het orgel-patrimonium te herwaarderen, regionaal zowel als plaatselijk. De muziekinstrumentenbouw beleefde op het einde van de 19' eeuw te Geraardsbergen een ware bloeiperiode. Naast de kerkorgelbouw door Charles Anneessens valt vooral de bouw van automatische orgels door de familie Hooghuys aan te stippen. (Gegevens uit het boek: Stephane GODFROID, «Muziekinstrumentenbouw te Geraardsbergen van de 15e eeuw tot heden», 1985).

Visé

Visé: jubileum van de H. Hadelin (1338-1988). Sedert 1338 worden in de kerk van Saint-Martin in Visé de relikwieën bewaard van de H. Hadelin, een kluizenaar uit de VIIe eeuw, afkomstig uit Aquitanie, die de Lessevallei kwam kerstenen. In 1338 immers vluchtten de kanunniken van Celles bij Dinant, de voortzetting van de communauteit die er door de H. Hadelin gesticht werd, naar Visé, om aldus te ontsnappen aan de plagerijen van de plaatselijke rechtsmacht. Tot op onze dagen is de verering van de H. Hadelin zeer levendig gebleven; hij wordt aangeroepen tegen reumatische aandoeningen en besmettelijke ziekten. Maar de vele vreemdelingen die deze stad aan de Maas bezoeken komen vooral om het prachtige reliekschrijn van de Heilige Hadelin te bewonderen dat een pareltje is van de middeleeuwse edelsmeedkunst. Het heeft de vorm van een langwerpig huis met zadeldak. De puntgevels dateren van omstreeks 1046, terwijl de zijgevels een eeuw later vervaardigd werden. De hoofdmomenten uit het leven en de roeping van de H. Hadelin worden uitgebeeld in tien rijkelijk versierde taferelen in haut-reliëf. Zoals reeds sedert 1788 om de vijfentwintig jaar gebeurt, herdenken de inwoners van Visé ook dit jaar de overbrenging van de relikwieën van de H. Hadelin van Celles naar Visé. Buiten de historische stoet omvat het zeer gevarieerd programma nog een hele reeks activiteiten om deze 650e verjaardag meer luister bij te zetten. (Naar Paul Bruyère, L'église Saint-Martin de Visé, Visé 1987)

 

 

.

 


.

.

.

.

.

.

.