Solidarity : Castels.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 17th of August 1987

OBC/COB numbers: 2265-2268

 

Created by: Oscar Bonevalle / Charles Leclecqz / Jean De Vos

Perforation: 11 1/2
Size: 44 x 24mm
Composition of the sheets: 25
Printing Process: Combined Steel and Screendeepprint
Number of plates: 1-2-3-4-5-6
Printing Run: 2265 - 504.225ex ; 2266 - 504.491ex ; 2267 - 485.594ex ; 2268 - 481.921 ex
Paper: P5 ( see paper Types )

2265 - 9F+2F - Rixensart
2266 - 13F+3F - Westerlo
2267 - 26F+5F - Fallais
2268 - 50F+12F - Gaasbeek

INFO

Rixensart

In de oude oorkonden komen de namen van het dorp Rixensart, een der mooiste plaatsen van Waals Brabant, en van zijn heren, voor het eerst voor in 1244. Nu zijn de oude gemeenten Rosières en Genval samengesrnolten met Rixensart. Midden in het glooiende, groene Zuid-Brabantse landschap, wordt dit indrukwekkend kasteel sedert meer dan twee eeuwen bewoond door een prinselijke familie. In de nabijheid van de ruïnes van een vroegere constructie, liet de stichter het huidige kasteel bouwen waarin hij op het einde van zijn leven kwam wonen. De bouw van het kasteel situeert zich tussen 1631 en 1662. Het kasteel van Rixensart valt onmiddellijk op door de roze kleur van zijn stenen, zijn talrijke kruisvensters, de lijn van zijn torens en torentjes, zijn schuin opstaande daken met dakvenster Rechthoekig zoals het kasteel, heeft de grote binnenplaats de vorm van een kloostergalerij, met verlaagde gevelbogen. Deze bouwwijze doet aan de XVIe eeuw denken, maar de muurankers in smeedijzer, op gevels van de drie vleugels van deze binnenplaats aangebracht, dragen de jaartallen 1631, 1648, 1660 en 1662. De bouw van het kasteel dat in zijn grote lijnen weinig of geen wijzigingen meer onderging, vergde dertig jaar. Vervolgens werd het afgewerkt door Philippe de Spinola die ook de uurwerktoren liet bouwen. Rond 1715 ontvingen de Merodes de heerlijkheden Rixensart, Genval en Bourgeois. Felix de Merode, markies van Trélon, zal in de geschiedenis van het nieuwe koninkrijk België een voorname rol spelen. Oorspronkelijk onderdaan van koning Willem van Oranje, nam hij aan de revolutie van 1830 deel en werd lid van het Voorlopig Bewind en Staatsminister. Gevolg gevend aan een door haar echtgenoot uitgesproken wet heeft prinses Henri de Merode haar kasteel van Rixensart toegankelijk gesteld voor het publiek. Na de hall met het mooie eikenhouten beschot, bezoekt men op de verdieping de eetkarner, de bibliotheek en de salons. De eetkamer is bekleed met wandtapijten van Aubusson, evenals met lambriseringen, Deze laatste komen uit het kasteel van Nérac in Lot-et-Garonne, dat aan Hendrik, koning van Navarra en toekomstige koning van Frankrijk heeft toebehoord. De bibliotheek is in Directoirestijl, terwijl men in de salons mooi Lodewijk XV en Lodewijk XVI-stijlmeubelen kan bewonderen alsook met de hand geweven wandtapijten die mythologische taferelen uitbeelden. In de galerijen rondom ziet men zeer mooie familieportretten. In de oostelijke vleugel zijn de kamers van bijzonder belang. In de kamer van Mgr. de Merode zal men vooral een portret van de hand van Tischbein bewonderen, evenals een ander van Nattier waarvan wordt verondersteld dat het de graaf van Toulouse uitbeeldt. De kamer " met de bloemen " is bekleed met houtwerk dat uit het kasteel van Ancy-le-Franc (Bourgondië) komt. Het werd in de 16e eeuw gebouwd door Primaticcio. Het bezoek aan het kasteel wordt beëindigd langs en galerij waarin een mooie verzameling van Arabische wapens is ondergebracht. Het kasteel is omringd door een park met een waterpartij en Frans parterres. In de Heilige Kruiskerk van Rixensart, die vroeger tot slotkapel diende, worden in de altaarsteen de relikwieën bewaard die door een van de kruistochten werden meegebracht, evenals het reliek schrijn van Sint-Florentina. Men ziet er eveneens een grafsteen met het wapen van graaf de Montalembert, het gedenkteken van Mgr. Xavier de Merode en de graftombe van graaf Felix de Merode, lid van het Voorlopig Bewind, 1830. (Tekst welwillend medegedeeld door de gemeente Rixensart).

Westerlo

Het kasteel is gelegen in een park van twaalf hectaren met mooie vijvers. Eeuwenoude platanen, beuken, eiken, linden, kastanjebomen en diverse soorten dennen en heesters geven het gevoel van rust en schoonheid. Historici nemen aan dat op de plaats waar thans het kasteel staat, eertijds een Romeins castrum stond. Zeker bestond er in de 10e eeuw reeds een burcht. De slottoren werd omstreeks 1300 door de familie van Wesemael opgetrokken in ijzerzandsteen. De muren hebben een dikte van 2,5 m. De toren vormt het oudste gedeelte; later werden de andere vleugels opgetrokken. De ingang van de slottoren werd in de 17e eeuw met een barokke arduinen omlijsting versierd. Rond de helft van de 16e eeuw werd voor de slottoren het huidige binnenplein aangelegd, ommuurd en voorzien van de schuingerichte vierkante torens en de halfronde poorttoren, die nu nog bestaan. In de 18e eeuw werden de hoektorens aan twee zijden door de huidige vleugels verbonden. Aan de noord- en oostzijde werd de omheiningsmuur vervangen door woonvertrekken. De zuidkant kreeg aan beide zijden een halfronde ingangspoort met hoge luchtboog Voor het huidig kasteel stond een massieve voorbouw, waarin stallingen, koetshuizen en woningen voor wachters voorzien waren. Deze voorbouw was eveneens omwald en maakte deel uit van de vesting. Van de eertijds omvangrijke gebouwen van het neerhof rest nog slechts een vleugel. Het poortgebouw is bewaard gebleven met de omlijsting in vroeg-renaissancestijl. Op het einde van de 17e eeuw was dit de hoofdingang, waardoor men het voorhof bereikte, om via een tweede stenen brug de binnenplaats te bereiken. Dit poortgebouw is voorzien van een zeer bijzonder gewelf met baksteenmotieven. Begin 19e eeuw is een gedeelte van deze voorbouw verdwenen. De slottoren telt binnen slechts twee grote woonruimten, die de gehele oppervlakte van het rechthoekig grondplan beslaan: de grote hal en daarboven de ridderzaal. Het kasteel herbergt nog tal van kunstschatten, waaronder wandtapijten, portretten en meubelen en is nog steeds bewoond door de prinselijke familie de Merode Westerloo. (Tekst welwillend medegedeeld door het gemeentebestuur van Westerlo

Fallais

Gelegen in het Luikse Haspengouw, streek met een rijke cultuur er een dito verleden, kan het versterkt kasteel van Fallais bogen op een bijzonder interessant historisch verleden. Gebouwd op de rechteroever van de Mehaigne die er een gedeeltelijke verdedigingsgordel – met dubbele gracht – van was, bevindt dit kasteel zich op de grens van het huidige natuurpark van de Burdinale. Na de eerste verdedigingstoren die in de XIII' eeuw opgetrokken werd door de Heren van Beaufort, kreeg het kasteel door latere uitbreiding een rechthoekige vorm met vier torens; aan weerskanten van de ophaalbrug deze van Sint- Jan en van Bourgondië, en aan de achterzijde de Munt- en Grignardtorens. Belegerd door de Luikenaars in 1276 tijdens de «Guerre de la Vache » werd het kasteel een enclave van Brabant in het Prinsbisdom Luik, vandaar zijn aard van militaire vesting en het belang van de families die er de verdediging van op zich namen, namelijk de Wesemael's en de Bourgogne's. In 1468 heeft Karel de Stoute, vergezeld door de Franse koning Lodewijk de XIde, er de prins-bisschop van Luik ontmoet vooraleer over te gaan tot de «Sac de Liège» (episode van de 600 Franchimontezen). Tijdens de XVIe en de XVIIe eeuw. hebben de Heren van Bourgondië, Franciscus, Jacques (die in de omgeving van Kalvijn leefde) en Herman (die de Seigneurie omvormde tot graafschap en de kerk begiftigde met een merkwaardige schat) naam gemaakt in de literaire stroming rond het humanisme. In 1675 verbleef Lodewijk de XIVe er een korte periode. Hij liet, bij zijn vertrek, de noordelijke vleugel beschieten. In de XVIIe en XVIIIe eeuw werd het kasteel eigendom van de Heren de Noyelles, de Gozée, later van de Ponty en uiteindelijk van de familie Marotte de Montigny. Gerestaureerd in 1882, verleende het kasteel sinds 1936 tot 1986 onderdak aan een « Tehuis van de Sociale Voorzorg ». Heden ten dage behoort het toe aan de v.z.w. «Je vous supporteray», vereniging van de Marneffe's afstammelingen van de kapiteinskasteelheren die er in de XV' eeuw bevel over voerden. (Tekst welwillend medegedeeld door de verantwoordelijken van het " CuItureel Comité van Fallais").

Gaasbeek

Het kasteel van Gaasbeek ligt in het zgn. Pajottenland, een streek die men kan situeren in de onregelmatige vierhoek Brussel - Halle -Edingen - Ninove. Godfried van Leuven bouwde er ca. 1235 een burcht om Brabant tegen mogelijke aanvallen vanuit Vlaanderen of Henegouwen te verdedigen.. Die burcht was het centrum van de heerlijkheid, waarin de heer van Gaasbeek alle macht bezat. Verscheidene heren van Gaasbeek speelden een belangrijke rol in onze geschiedenis. Sweder van Abcoude werd berucht door zijn vete met Brussel en de moord op de Brusselse schepen Everard T'Serclaes (1388). Lamoraal van Egmond kocht het kasteel en de heerlijkheid van Gaasbeek in 1565, maar zijn verblijf was van korte duur. Omwille van zijn rol in het verzet tegen Filips II en diens landvoogd, de hertog van Alva, werd hij op de Brusselse Grote Markt onthoofd (1568). In 1615 werd Gaasbeek eigendom van Renaat van Renesse van Warfusee, die er o.m. een «lustpaviljoen» en de barokke Sint-Gertrudiskapel liet bouwen. Zijn goederen werden verbeurd verklaard na zijn deelname aan een poging tot staatsgreep. Het was Louis-Alexander Scockaert die verscheidene dorpen van de heerlijkheid (waaronder Gaasbeek zelf) opkocht, en ze kon samenvoegen tot het graafschap Tirimont. Door het huwelijk van diens kleindochter met een Italiaanse markies, kwam Gaasbeek in handen van de familie Arconati Visconti (1796). De laatste markiezin, geboren Marie Peyrat, liet het kasteel op het einde van de 19" eeuw grondig restaureren. Na de eerste wereldoorlog schonk zij het aan de Belgische Staat. In 1924 werd het kasteel van Gaasbeek als museum opengesteld. Het ligt in een prachtig park van bijna 42 ha. De prettige kamers met meubels uit de 16~' en 17~' eeuw, Doornikse en Brusselse tapijten, schilderijen, albasten en houten retabeldelen en talloze decoratieve stukken maken Gaasbeek tot een belangrijk toeristisch centrum vlakbij de hoofdstad. Kasteel en park zijn open van 1 april tot 30 oktober, van 10 tot 17 u., behalve op maandag en vrijdag (juli en augustus: enkel op vrijdag gesloten). De toegang is gratis. (Tekst welwillend medegedeeld door de Heer Conservator van het kasteel van Gaasbeek).

.

 

 


.

.

.

.

.

.

.