100 year of Christian syndicalisme in Belgium.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 13th of December 1986.

OBC/COB numbers: 2238-2239

Created by: Herbert Binneweg / De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size: 35 x 24mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2238 - 4.900.000 ex ; 2239 -8.100.000 ex
Paper: 2238- P6 ; 2239 -P5 ( see paper Types )

2238 - 9F -Allegory
2239 - 13F - Allegory

INFO

18 december 1886 is een historische dag voor het christelijk syndicalisme. Op die dag stichtten enkele Gentse textielbewerkers de Antisocialistische Katoenbewerkersbond, die de aanzet vormde voor de huidige Christelijke Centrale der Textiel- en Kledingbewerkers van België. De Antisocialistische Katoenbewerkersbond voerde bewust het devies Recht en Plicht in het schild. De oprichters droomden van een harmonieuze maatschappijvorm en wilden via een sociaal overlegsysteem hun maatschappelijke rechten afdwingen, volgens de inzichten en plichten die zij op basis van hun geloof doorheen de jaren ontwikkeld hadden. Het ideaal bleef tot de dag van vandaag bewaard, de organisatie daarentegen heeft zich voortdurend uitgebreid. Op 25 september 1893 smolten enkele christelijke vakverenigingen van textielbewerkers tot de Landsgilde der Weefstofbewerkers samen. Enkele maanden later, op 22 april 1894, werd de Landsgilde tot de Belgische Federatie der Weefstofbewerkers herdoopt. Vanaf 1 januari 1903 ontwikkelde de jonge vakorganisatie zich op basis van een centrale weerstandskas verder als het Centraal Verbond der Christene Textielbewerkers. In 1947 kreeg zij haar huidige benaming van Christelijke Centrale der Textiel- en Kledingbewerkers van België. Op 18 december 1986 zal het Christelijk syndicalisme in de textiel honderd jaar oud zijn. Gedurende al die tijd heeft de centrale volgens haar christelijk ideaal de belangen van haar groeiend aantal leden verdedigd, doorheen periodes van economische ups en even grote downs. Daarnaast vervulde de Christelijke Textielcentrale een belangrijke rol binnen het Algemeen Christelijk Vakverbond, het overkoepelend orgaan van alle christelijke gesyndiceerden. (Tekst welwillend medegedeeld door het A.C.V.)

De eerste vakverenigingen in ons land hadden een neutraal karakter. Onder druk van de tijdsomstandigheden evolueerden zij steeds meer in socialistische richting. Een aantal arbeiders die zich hiermee niet konden verzoenen richtten op 18 december 1886 te Gent de Antisocialistische Katoenbewerkersbond op. Na enkele jaren werd de verdediging van het christelijk geloof een belangrijk programmapunt. De eerste christelijke vakverenigingen werden aanvankelijk door de socialisten als door de katholieke burgerij bestreden. Met grote vastberadenheid hielden zij echter vast aan hun overtuiging wat in 1912 leidde tot de oprichting van een nationale confederatie van christelijke vakverenigingen: het Algemeen Christelijk Vakverbond. Van enkele duizenden rond de eeuwwisseling telde ons land bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog 120.000 christelijke gesyndiceerden. Tussen de twee wereldoorlogen besteedde het A.C.V. vooral aandacht aan de interne uitbouw van zijn organisatie. Na de grote staking in juni 1936 werd het steeds meer betrokken bij het sociaal overleg. Deze tendens zette zich na de Tweede Wereldoorlog helemaal door en leidde tot de inrichting van de Sociale Zekerheid en tot belangrijke structuurhervormingen op het sociaal-economisch vlak: Ondernemingsraden, Nationale Arbeidsraad, Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Ondertussen was het A.C.V. sinds 1925 gestadig blijven groeien en werd het eind 1939 de grootste vakbond van het land. Op dit ogenblik telt het A.C.V. 1.340.000 leden op ongeveer 37% van alle werknemers in ons land. Het A.C.V. is door zijn massale aanhang en stevige inbreng in het sociaal overleg een belangrijke peiler van het Belgische maatschappelijk systeem geworden. (Tekst welwillend medegedeeld door het A.C.V.)

 

 

 

.

.

.

.

.

.

.

.