Belgian VIPs. Previous
Next
Home
Date of issue: 27th of September 1986.
OBC/COB numbers: 2225-2228
Created by: Gérard Gaudeen / De Schutter
Perforation: 11 1/2
Size: 35 x 24mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2225 - 4.900.000 ex ; 2226 - 8.100.000 ex ; 2226 - 2.400.000ex ; 2227 - 2.400.000 ex
Paper: 2225- P6 ; 2226-2228 -P5 ( see paper Types )2225 - 9F - Constant Permeke
2226 - 13F - Michel-Edmond de Selys- Longchamps
2227 - 24F - Felix Timmermans
2228 - 26F - Maurice Carème
INFO
Constant Permeke
Schilder van personages (vissers, boeren), zeegezichten, landschappen. Zoon van de marineschilder Henri Permeke. Constant Permeke volgt les aan de academie van Brugge en daarna aan deze van Gent waar hij bevriend wordt met Frits Van den Berghe en Gustaaf De Smet. Hij woont te Sint-Martens-Latem van 1909 tot 1912 en verblijft te Oostende van 1912 tot 1914. Opgeroepen tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt hij ernstig gewond en wordt hij naar Engeland geëvacueerd waar hij enkele doeken van groot formaat schildert. Na 1918 keert hij terug naar Oostende waar hij de vissers, de haven en de zee schildert. Omstreeks 1925 vestigt hij zich definitief te Jabbeke. Oorspronkelijk volgt Constant Permeke duidelijk de impressionistische traditie. Zijn doeken worden echter zeer vlug karakteristiek met zware en sombere silhouetten enigszins zoals Servaes die hij te Oostende had gekend. Het picturaal universum van Permeke bestaat uit eenvoudige, krachtige en kalme mensen: vissers, boeren, matrozen en koppels. Met hun zware handen, hun benen buiten verhouding en hun grove en raadselachtige gezichten typeren deze personages blijvend zijn werk. Zij maken indruk door hun onbehouwen brutaliteit maar ook door hun ruwe waardigheid. De kracht die uitgaat van het oeuvre van Permeke spruit voort uit de monumentaliteit en de statigheid van de personages en uit het contrast van sobere tonen, levendig in het licht gezet of integendeel in de schaduw gelaten. Permeke bevestigt de weigering van het idyllische ook in zijn landschappen en zijn marines: lage horizonten, uitgestrekte vlakten waarin de hoeven, de hooimijten en de bomen zich aftekenen. Algemeen kan men de schilderkunst van Permeke als sculpturaal bestempelen. Trouwens, vanaf 1936 begint hij te boetseren. De torsen van zijn debuut, duidelijk expressionistisch, hebben een onbehouwen uitzicht en lijken met enige moeilijkheid de derde dimensie te veroveren: het is voor alles het beeldhouwwerk van een schilder. Permeke laat ons enkele monumentale werken na met zuivere lijnen en vereenvoudigde vormen, die zoals het merendeel van zijn doeken getuigen van zijn diep verlangen om de mens in zijn dagelijkse realiteit uit te beelden. Constant Permeke stelt te Brussel tentoon in 1920-1921 in "Selection," in 1924 in de Kunstgalerie Giroux, in 1930-1938-1945 in het Paleis van Schone Kunsten, in 1952 in de Koninklijke Musea. Op internationaal vlak neemt hij deel aan verschillende tentoonstellingen te Parijs in 1921 in "La Licorne" en in 1948 in het "Musée d'Art Moderne"; te Londen in 1957; en te Amsterdam in 1928 en 1934 bij Buffa. Belangrijke retrospectieven werden aan hem gewijd te Brussel in 1930-1947, te Amsterdam, Parijs, Praag, Rotterdam en Londen. Zijn werken bevinden zich in belangrijke musea van België en in talrijke buitenlandse verzamelingen zoals in het "Musée National d'Art Modeme" te Parijs, in de Musea van Praag, Bazel, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Sao Paulo, Rio de Janeiro, New York enz. Sinds 1959 is de woonplaats van Constant Permeke te Jabbeke "De Vier Winden" genaamd, omgevormd tot het provinciaal Museum Constant Permeke. (Tekst welwillend medegedeeld door de Schepen van Schone Kunsten van de Stad Brussel).
Michel-Edmond de Selys- Longchamps
Michel-Edmond de Selys-Longchamps (baron) werd geboren te Parijs in het eerste arrondissement op 25 mei 1813. De familie van Selys-Longchamps is afkomstig uit Maastricht en is vanaf de 17de eeuw eng verbonden met de geschiedenis van de stad alsmede van het prinsdom Luik. In 1827 vestigt de familie zich definitief op het domein van Longchamps in Waremme, waar de jonge Michel-Edmond het geliefde terrein zal vinden om er het leven van de dieren, de vogels en de planten te observeren en er het bestaan te delen van de mensen van wie hij de sympathie en de genegenheid weet te winnen. Geïntroduceerd bij de Societé des Sciences Naturelles van Luik, wordt hij er na lezing van een verhandeling over de schubvleugelige insecten van de provincie Luik opgenomen als effectief lid op 5 mei 1829. Een lange reeks publicaties begint; in 1831 geeft hij een cataloog uit van de vogels uit de omstreken van Luik, die volgens een onuitgegeven methode geklasseerd werden. Op 7 mei 1841, op 28-jarige leeftijd, wordt de Selys tot correspondent van de Academie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique verkozen. Wordt werkend lid in 1846, vervolgens Directeur van de Classe des Sciences in 1854 en 1859. Hij deed tal van wetenschappelijke reizen in Europa. Zijn werken over de odonata of waterjuffers zijn tot op heden ongeëvenaard gebleven Hij heeft zowat 250 wetenschappelijke werken gepubliceerd over de Belgische fauna, de zoogdieren, de vogels en de vissen in België. Hij stelt het hoofdstuk op met als titel "zoogdieren, vogels en reptielen" in Boekdeel I van Patria Belgica in 1873. Erevoorzitter van de Entomologische Vereniging van België en erelid van de entomologische Verenigingen van Frankrijk, Londen, Berlijn, Florence (Firenze), Wenen, Stockholm, Dresden, Stettin, Bem, Helsingfore, enz. Gelijklopend met zijn buitengewone wetenschappelijke bedrijvigheid, kent de Selys een voorbeeldige politieke loopbaan van een verbazingwekkende duur: gemeenteraadslid in 1843 tot aan zijn dood, lid van het liberaal Congres in 1846, provincieraadslid. lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in 1848, tot Senator verkozen op 13 februari 1855. Hij zetelt er gedurende 45 jaren en is er Voorzitter van 1880 tot 1884. Wordt in de adelstand baron verheven door Koning Leopold II op 18 oktober 1866. (Tekst welwillend medegedeeld door M.J. Coen, eresenator).
Felix Timmermans
Op 5 juli 1886 werd Felix Timmermans te Lier (bij Antwerpen) geboren. Na de lagere school besloot hij schilder te worden. Hoewel hij hiervoor ook lessen volgde aan de Lierse academie was hij voor alles autodidact. In 1909 verscheen "Schemeringen van de dood" een melancholische verhalenbundel. Samen met A. Thiry schreef hij "Begijnhofsproken". Na een bijna slecht afgelopen heelkundige ingreep verschijnt "Pallieter" zijn wellicht bekendste boek. Het is een hymne aan het leven en de blijheid. Het is geschreven in een volkse, persoonlijke en vooral beeldende taal. In 1917 verschijnt "'t Kindeke Jezus in Vlaanderen" en daarna "De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa, begijntje" waarvoor hij in 1922 de Staatsprijs kreeg. Tussen beide wereldoorlogen was hij de meest gelezen Vlaamse schrijver. Vele van zijn boeken illustreert hij zelf. Hij maakte ook vele olieverfschilderijen, aquarellen, pastels en etsen. Inspiratie vond hij in het dagelijks leven van zijn geliefde geboortestad. Andere bekende werken van hem zijn: Anna-Marie, De pastoor uit Den Bloeyenden Wijngaerdt, Pieter Bruegel, Schoon Lier, De harp van Sint-Franciscus, Ik zag Cecilia komen, De familie Hernat, Minne Poes, Adagio, Adriaan Brouwer en natuurlijk Boerenpsalm. Timmermans was een der grootste, meest gelezen en meest beroemde schrijvers van ons land. Hij was een geliefd causeur in binnen- en buitenland. Zijn werken werden in vele talen uitgegeven. Een aantal van zijn werken zijn voor toneel bewerkt. Zo wordt zijn kerstspel "En waar de ster bleef stille staan" nog jaarlijks opgevoerd. (Tekst welwillend medegedeeld door de stad Lier]. .
Maurice Carème
Maurice Carême is onbetwistbaar de bekendste eigentijdse dichter van ons land. Vertalingen van zijn werk zijn over de hele wereld verspreid, en meer dan 200 componisten hebben uit zijn oeuvre geput voor de creatie van ongeveer 2000 muziekstukken. Enkele van de beroemdste namen uit deze reeks: Darius Milhaud, Francis Poulenc, Carl Orff. Hoewel een gedeelte van zijn werk bedoeld is voor de jeugd, is Maurice Carême ook een ernstig dichter die essentiële dingen te zeggen heeft over de eeuwigheid van de mens. In "Complaintes," "Heure de Grâce "De Feu et de Cendre" klinkt zijn stem dan weer klagend. Zijn rijk en gevarieerd oeuvre is van een extreme eenvoud en omvat negen dichtbundels, vertellingen, novellen, romans, een dramatische legende en een aantal vertalingen van toonaangevende Nederlandstalige dichters uit België. Hij werd geboren te Waver op 12 mei 1899 en schreef menige lofzang op Brabant. Aan de normaalschool van Tienen studeerde hij voor onderwijzer (1914-1918) en gedurende vijfentwintig jaar oefende hij dit beroep uit te Anderlecht (1918-1943). Vanaf 1943 wijdde hij zich volledig aan de literatuur. Carême ontving verscheidene literaire prijzen in België en in het buitenland. In 1972 werd hij te Parijs verkozen tot "prins van de poezie", waarmee hij Paul Fort en Jules Supervielle opvolgde. Heel wat anthologieën, platen, films en thesissen werden reeds aan hem gewijd. Als dichter van de "clarté profonde" heeft hij zich totaal los van elk modeverschijnsel of literaire stroming, een ruim publiek weten veroveren waarin men zowel het kleinste kindje als de meest ontwikkel volwassene kan terugvinden. Het internationaal colloquium "Maurice Carême" dat in 1985 te Brussel werd gehouden heeft de wereldfaam van deze dichter opnieuw bevestigd. Maurice Carême stierf te Anderlecht op 13 januari 1978. Enkele van zijn bekendste werken zijn: "Mère," "Petites Légende "La Lanterne magique," "Mer du Nord," "Entre deux Mondes", "L'Arlequin" "Brabant," "Au clair de la lune.".. (Deze tekst werd ons welwillend medegedeeld door Fondation Maurice Carême). .
.
.
.
.
.
.
.
.