Graves of Maria of Bourgondy en Karel de Stoute.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 10th of October 1981.

OBC/COB numbers: 2020

 

Created by: Design :Anne Wisniewska-Velghe - Gravure : Paul Huybrechts

Perforation: 11 1/2
Size: 52 mm x 35 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint ;
Number of plates: 1- 2 -3
Printing Run: 2.000.000 ex
Paper: P5 ( see paper Types )

2020 -50F - Graves at the O.L.Vrouwe Church at Brugges

INFO

In het 13e eeuwse koor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Brugge prijken sinds 1981 weer de Bourgondische praalgraven van Maria van Bourgondië ( †1482 te Brugge na een jachtongeval) en van Karel de Stoute († 1477 op het slagveld te Nancy). In 1490 bestelde aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk het mausoleum voor zijn gemalin Maria. Dit gotische praalgraf dat in 1502 klaar kwam is vooral het werk van boetseerder Jan Borman en geelgieter Renier van Thienen. Het ligbeeld in verguld brons rust op een zwart arduinen sarcofaag. De hertogin, gekroond en gehuld in een wijde siermantel, houdt de handen in biddende houding; aan haar voeten twee hondjes, symbool van de trouw. De zijden van het mausoleum bevatten respectievelijk het grafschrift, het hertogelijke blazoen en de stamboom met wapenschildjes (links het voorgeslacht langs vaders zijde, Karel de Stoute; rechts langs moeders zijde, Isabella van Bourbon). Het praalgraf van de hertog, uiterlijk gelijk aan dat van zijn dochter, is in Renaissancestijl. Het werd immers pas in 1558 besteld door zijn achter-achterkleinzoon koning Filips II, en werd in 1562 afgewerkt door koperslager Jacob Jonghelinck, naar ontwerp van Cornelius Floris. De hertog is in wapenrusting uitgebeeld en draagt de halsketting van het Gulden Vlies (waarvan het elfde kapittel in 1468 in deze kerk onder diens voorzitterschap gehouden werd). Aan het voeteinde een leeuw, symbool van dapperheid. Ook de zijden zijn rijkelijk versierd met grafschrift, blazoen en de genealogie van de hertog (links die langs vaders kant, Filips de Goede; rechts langs moeders zijde, Isabella van Portugal). De praalgraven ontsnapten in 1796 ternauwernood aan de beeldenstormerij van het Frans bewind. In 1806 werden de graven in een dei koorkapellen opgesteld, waar ze onlangs werden weggehaald om opnieuw hun eeuwenoude opstelling in het hoogkoor te krijgen.

.

.

.

.

.

.