50 anniversary BRT . Previous
Next
Date of issue: 8th of November 1980.
OBC/COB numbers: 1995
Created by: Michel Olyff/ J. Malvaux
Perforation: 11 1/2
Size: 24 mm x 35 mm
Composition of the sheets:30
Printing Process: Screendeepprint ;
Number of plates: 1-2-3-4
Printing Run: 2.500.000ex
Paper: P5 ( see paper Types )1995 -10F - Logo NIR
INFO
De eerste openbare instelling belast met de radiodienst, het Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-omroep (N.I.R.-I.N.R.), werd opgericht bij de wet van 18 juni 1930, die aan de Belgische Radio de belangrijkste kenmerken gaf die hij nu nog bezit, die van een autonome openbare instelling met de verplichting tot objectiviteit en onpartijdigheid, en met het verbod van handelsreclame. Cultuurautonomie werd in 1937 ingevoerd door de oprichting van twee Algemene Directies, de ene voor de uitzendingen in het Nederlands, de andere voor de uitzendingen in het Frans. Voor 1930 waren de radio-uitzendingen – de eerste had plaats vanuit het Koninklijk Paleis te Laken op 28 maart 1914 – een aangelegenheid van privé-organisaties. In 1914 konden slechts enkele radioamateurs de eerste concertuitzendingen beluisteren. Nu luistert ieder huisgezin naar de radio. Dit is ook mogelijk geworden door de bouw van een aantal krachtige zenders, die over het hele land verspreid liggen. Tijdens de oorlogsperiode (1940/44) werd de Radio een belangrijk communicatiemiddel, wat de Belgische regering er toe aanzette in Groot-Brittannië de Belgische Nationale Radio-omroep (B.N.R.O, R.N.B.) op te richten, die vanaf 1943 door middel van een krachtige kortegolfzender, opgesteld in de Kongolese hoofdstad, in verscheidene talen programma's uitzond die opgenomen werden in Londen, New-York en Leopoldstad. Na de oorlog kreeg het N.I.R.- I.N.R. opnieuw de bevoegdheden die het door de Belgische regering in 1930 toevertrouwd waren: in België de radiodienst in het openbaar belang verzekeren. Op 31 oktober 1953 werd het eerste televisieprogramma uitgezonden. Bij de opkomst van de televisie was de Radio verplicht zich langzamerhand om te schakelen. Een nieuw statuut bleek noodzakelijk. Derhalve werd de Belgische Radio en Televisie (B.R.T.- R.T.B.) opgericht bij de wet van 18 mei 1960. Het was inmiddels ook nodig gebleken de decentralisatie van de Radio te bespoedigen door de oprichting van gewestelijke productiecentra. De R.T.B.F, is inzake decentralisering, ook van de televisie, verder gegaan dan de B.R.T. Sedert de grondwetsherziening van 1970 behoren radio en televisie tot de uitsluitende bevoegdheid van de Cultuurraden, Dit heeft geleid tot de oprichting van drie instituten: de B.R.T, (Belgische Radio en Televisie) is belast met de uitzendingen in het Nederlands, de R.T.B.F. (Radiodiffusion-Television Belge de la Communauté de Langue Française) met de uitzendingen in het Frans en de B.R.F. (Belgisches Rundfunk und Fernsehzentrum) met de uitzendingen in het Duits voor de Oostkantons. Ofschoon deze drie instituten volledig onafhankelijk zijn op cultureel vlak, zijn hun opdracht en hun wettelijke basis dezelfde: door radio en televisieuitzendingen zorgen voor informatie, ontspanning en voortdurende vorming van de bevolking. Anderzijds herbevestigen de wetten en de decreten die hen oprichten de grote principes die hun werking moeten leiden: monopolie van radio en tv-uitzendingen, verbod van reclame, verplichting tot objectiviteit, vrijheid van informatie en onafhankelijkheid ten opzichte van de regering.
.
.
.
.
.
.