30th Anniversary of Junior Game of UEFA
Previous
Next
 

Date of issue: 16th of April 1977.

OBC/COB numbers: 1851

 

Created by: Oscar Bonnevalle / J.Malvaux

Perforation: 11 1/2
Size: 24 mm x 35 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2-3-4
Printing Run: 884.512ex
Paper: P3 ( see paper Types )

1851 - 10F+5 - football Players


INFO

Voetbal is over het ganse land ontegensprekelijk de populairste en tevens de meest beoefende sporttak. Het is dan ook om de populariteit die de voetbalsport geniet dat naar aanleiding van het XXX' Internationaal Juniorestornooi van de U.E.F.A. de heer J. Chabert, Minister van Verkeerswezen, aan de Regie der Posterijen de opdracht heeft toevertrouwd een bijzondere postzegel gewijd aan deze gebeurtenis uit te geven. Van 19 tot 28 mei 1977 wordt de eindronde van dit tornooi in België gespeeld. Zestien landen, onderverdeeld in vier groepen en ondergebracht in evenveel centra (Antwerpen, Brugge, Charleroi en Luik), nemen er aan deel. Met het jeugdtoernooi van de Europese Voetbalunie begon het allemaal in 1948. Onder impuls van de toenmalige secretaris van de Engelse Voetbalbond, Sir Stanley Rous, werd de idee van een internationaal tornooi voor jeugdelftallen concreet in de praktijk omgezet. De bedoeling was niet zozeer het creëren van een Europees jeugdkampioenschap dan wel jongeren van dezelfde leeftijd uit diverse landen van het continent de gelegenheid te bieden elkaar via het voetbal beter te leren kennen en begrijpen. Uiteindelijk beantwoordden slechts acht landen de uitnodiging. Maar in het Graafschap Kent, legden Engeland, Wales, Eire, Noord-lerland, Nederland, Italië, Oostenrijk en België, de basis van een jongerencompetitie die inmiddels een vaste plaats heeft ingenomen bij de populaire Europese bekers. Toch kende het tornooi aanvankelijk enkele moeilijke jaren, tot het met de oprichting van de U.E.F.A. in 1957 de werkelijke doorbraak beleefde. Een enthousiaste Europese Voetbalunie stimuleerde de aangesloten bonden en elk jaar stelde men een toename van het aantal inschrijvingen vast. In zoverre dat men zich sedert 1963 verplicht ziet een schiftingsronde te organiseren. Slechts zestien landen worden sindsdien tot de eindronde toegelaten. De vlucht, die het profvoetbal mede door de oprichting van de verscheidene Europese bekers op dit continent heeft genomen, heeft ook op het jeugdtoernooi haar weerslag gehad. In de meeste Europese landen is de jeugdopleiding gericht op het profvoetbal. Met de jaren zag men het aantal aspirant-profs op het tornooi toenemen. Meer en meer kreeg het tornooi het uitzicht van een Europees jeugdkampioenschap. De zorg waarmee de deelnemende landen hun elftal erop voorbereiden liegt er overigens niet om. Thans is het niet ongewoon dat een juniorenteam tien tot twintig oefenwedstrijden speelt vooraleer aan het tornooi deel te nemen. Het technische peil steeg navenant. Op het U.E.F.A. jeugdtoernooi leggen veel talentrijke jongeren de basis van een grootse carrière. Onder hen o.m. Cruijff, Beckenbauer, Van Himst, Rik Coppens, Bobby Moore, Netzer en Overath, namen die zelfs niet-ingewijden vrij bekend in de oren klinken

.

.

.

.

.