Culture. Previous
Next
Date of issue: 19th of March 1977.
OBC/COB numbers: 1843-1848
Created by: Oscar Bonnevalle / J.Malveaux / Willy Bosschen / Jean de Vos
Perforation: 11 1/2
Size: 1843/1845- 24 mm x 35 mm ;1846/1847- 35 mm x 24 mm ; 1848 -35 mm x 46 mm
Composition of the sheets: 30 ; 1848 - 40
Printing Process: Screendeepprint ; 1848 - Steeldeepprint
Number of plates: 1-2-3-4 ; 1848 1-2-3
Printing Run: 1843 - 806.668ex ; 1844 - 805.142ex ;1845 - 820.805ex ; 1846 - 801.176ex ; 1847 - 86.853 ; 1848 - 811.447ex
Paper: 1843/1844 P2 ; 1835/1847 P3 ; 1848 P5 ( see paper Types )1843 - 4F50+1F - Atheneum Jules Bordet - Brussels
1844 - 4F50+1F - College Marie-Thérèse - Herve
1845 - 5F+2F - 'De grote musikale Pyramide - E. Tijtgat
1846 - 6F50+2F - Lucien van Obbergh
1847 - 6F50+2F - 'Humanistisch Verbond'
1848 - 10F+5F - Camille Lemonier
INFO
Door de stichting in 1777 van het Theresiaans College van Brussel, naar het voorbeeld van het gelijknamig Weens College, uit Maria-Theresia van Oostenrijk vorstin der Nederlanden haar wil een officieel onderwijs in onze provincies in te richten. Toen onze gebieden bij Frankrijk werden ingelijfd kreeg het college in 1797 de naam van Centrale School van de Dijle en werd wat later het Keizerlijk Lyceum genaamd, kweekschool voor ambtenaren en officieren van Napoleon. Onder het bewind van Willem I in 1815 wordt het college de Koninklijke School en vervolgens Koninklijk Atheneum, waar de beroemde sterrenkundige Adolphe Quetelet onderricht geeft. Na de revolutie van 1830 wordt het onderwijs weer vrij en de Stad Brussel neemt het Atheneum over voor zijn rekening onder de naam van Atheneum van de Stad Brussel. Dit laatste wordt naderhand opnieuw Koninklijk Atheneum krachtens de wet van 1850 die het meesterschap over het onderwijs aan de Staat terugschonk. In tegenwoordigheid van Koning Boudewijn werd de instelling in 1970 opgedragen aan een van haar meest vermaarde oudleerlingen nl.: Jules Bordet, Nobelprijs voor geneeskunde. Twee eeuwen lang streeft de instelling ernaar de wens van haar stichtster te verwezenlijken t. w.: de vorming van « burgers nuttig voor de Staat ». .
Het « College Royal MarieTherese » te Herve, dat dit jaar zijn tweehonderdjarig bestaan viert, werd gesticht op 1 oktober 1777 op bevel van keizerin MariaTheresia van Oostenrijk, die de wens had uitgedrukt een koninklijk college op te richten « in een stad van het hertogdom Limburg ». Bij het begin van de Franse overheersing wordt het college gedwongen zijn deuren te sluiten. Binnen zijn muren wordt eerst een speciale priveschool ondergebracht en vervo1gens een gemeentelijke middelbare school ingevolge het dekreet van Napoleon (2 thermidor an XII) (21 juli 1804). Tijdens het Hollands bewind wordt de school opnieuw gesloten, doch in 1835 kent de Koning der Belgen Leopold I een som van 2.000 gouden florijnen toe voor de restauratie van de instelling die door de opeenvolgende militaire bezettingen ernstig werd beschadigd. Van 1838 af krijgt het college zijn oorspronkelijke bestemming terug. Krachtens de wet van 1 juni 1850 wordt het college onder de bescherming geplaatst van de stad Herve. In de loop der jaren neemt het college steeds meer uitbreiding en komt tot grote bloei. Het aantal leerlingen dat bij de stichting 67 bedroeg is thans tot ongeveer 450 aangegroeid. Het mag wel worden onderstreept dat na twee eeuwen het college nog steeds met fierheid de naam draagt van zijn doorluchtige stichtster.
De Filharmonische Vereniging mag beschouwd worden als een van de belangrijkste concertorganisaties in Europa. Zij werd gesticht in 1927 en nam de activiteiten over van de meer dan 100-jarige Vereniging voor Volksconcerten. De Filharmonische Vereniging heeft zich tot doel gesteld, er zorg voor dragend voor iedereen toegankelijk te zijn, in de hoofdstad een benijdenswaardig muzikaal leven op te bouwen, gaande van het repertoire de muzikale creaties van verschillende eeuwen cultuur over gans de wereld tot de buitenlandse en Belgische artiesten met een internationale faam en de jonge talenten die ze niet zelden ontdekt en voor het eerst aan het publiek voorstelt. Bij de belangrijkste initiatieven die de Filharmonische Vereniging op haar actief heeft, moet de stichting in 1940 van Jeugd en Muziek vermeld, waarvan het succes gelijknamige bewegingen heeft opgeroepen over gans de wereld, alsook de organisatie sinds 1937 van de Eugène Ysaye Wedstrijd die na de oorlog de Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth werd genoemd en die een zodanige nationale en internationale uitstraling kent dat elke verdere uitwijding overbodig is.
L'UNION DES ARTISTES » (1927-1977) De « Union des Artistes » (v.z.w.) onder de Hoge Bescherming van H.M. Koningin Fabiola, is een filantropische vereniging die beroepstoneelspelers zangers en dansers in haar schoot verenigt. Opgericht in 1927, heeft zij haar inwijdingszitting gehouden op het Stadhuis te Brussel onder ere-voorzitterschap van de Heer Burgemeester Adolphe Max. De stichters zijn de meest vooraanstaande kunstenaars uit deze periode. Zij werden bijeengebracht door Lucien Van Obbergh, op dat ogenblik lid van de Koninklijke Muntschouwburg. Ze komt deze leden ter hulp die door de onzekerheid van het beroep in nood verkeren, hetzij door ouderdom, eenzaamheid, ziekte of ontbering. De « Union des Artistes » werkt daarenboven mee aan de organisatie en de promotie van verschillende takken der toneelkunst.
Sedert 25 jaar zet het « Humanistisch Verbond » zich in voor de vrijzinnigheid. Zijn voornaamste objectief geldt het verwerven van gelijke rechten voor de buitenkerkelijken, die zich in ons land nog vaak ten achter gesteld voelen op de gelovigen. Het « Humanistisch Verbond » verenigt de ongelovigen via meer dan vijftig plaatselijke afdelingen over heel Vlaanderen verspreid. Als werkgroep van het « Humanistisch Verbond » groepeert de « Oudervereniging voor de moraal » ouders van leerlingen die de cursus niet-confessionele moraal volgen. De organisatie zet zich in voor een kwalitatieve verbetering van de cursus en het uitbannen van wantoestanden. Via plaatselijke groepen worden ouders en sympathisanten bij de werking betrokken. De « Humanistische Jongeren » is een onafhankelijke organisatie van jonge mensen die in een humanistische geest zin willen geven aan hun leven. Door regelmatige bijeenkomsten, kaderdagen, congressen en culturele manifestaties te organiseren wil de H.J. aan haar leden informatie en inzicht geven in het actuele gebeuren. De vereniging ontplooit haar activiteiten sedert meer dan 20 jaar.
De huidige « Association des Ecrivains belges de Langue Française » is een vereniging zonder winstbejag die de activiteiten voortzet van de coöperatieve vereniging « Association des Ecrivains belges de Langue Française » gesticht op 17 november 1902. De vereniging heeft tot doel de studie, evenals het beschermen en het uitbreiden van de belangen van haar leden. Waren achtereenvolgend voorzitter, Octave MAUS (1902-1919), Hubert KRAINS (1920-1934), Georges RENCY (1934-1951), Alex PASQUIER (1951-1962), Georges DOPAGNE (1962-1970) en Adrien JANS (1970-1973). De heer Roger FOULON neemt heden ten dage het voorzitterschap van de A.E.B. waar. In 1946 werd op initiatief van de heer Eugene Flagey, toenmalig burgemeester van Elsene, een gebouw ter beschikking gesteld van de vereniging voor het uitoefenen van haar diverse sociale doelstellingen en dit voor de verdere duur van haar bestaan. Dit inspireerde Mejuffrouw Marie Lemonnier, de dochter van de illustere te Elsene geboren en overleden schrijver, tot een edel gebaar. Zij vertrouwde aan de « Association des Ecrivains belges » het beheer en de bewaring toe van haar onschatbare verzamelingen die samengebracht zijn op de eerste verdieping van het gebouw onder de naam Museum Camille Lemonnier. Camille Lemonnier, bijgenaamd de Maarschalk der Belgische Letterkundigen, zag het levenslicht te Elsene in 1844 en overleed er op 13 juni 1913.
.
.
.
.
.
.