Tourisme
Previous
Next
 

Date of issue: 5th of July 1997

OBC/COB : number: 2708-2710

 

Created by: Steven Wilsens / P.P.G. De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size : 2711- 2713 - 38 x 28 mm ; 2712 - 28 x 38mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint/Heliogravure
Number of plates: 1-2-3-4-5-6
Printing Run: 2711 - 2.597.250 ex ; 2712 - 2.201.340ex ; 2710 - 5.039.250ex
Paper: P5 ( see paper Types )

 

2711 - 17F - Sint-Martinusbasiliek of Halle
2712 - 17F - Onze-Lieve-Vrouw-Church of Laken
2713 - 17F - Sint-Martinus basiliek of Luik

INFO

DE ST.-MARTINUSBASILIEK VAN HALLE In 1267 schonk Aleid van Holland, echtgenote van de graaf van Henegouwen, aan de toenmalige Henegouwse stad Halle een beeld van O.L-Vrouw waarvan men beweerde dat het afkomstig was uit de nalatenschap van de heilige Elizabeth van Hongarije. Onze-Lieve-Vrouw werd in Halle reeds lang vereerd maar deze gift betekende het begin van Halle als bedevaartsoord. Het bestaande gebedshuis werd door deze nieuwe bestemming te klein en de Henegouwse graven lieten rond 1335 naast het kerkje een statige O.L.-Vrouwkapel bouwen. De stroom pelgrims zwelde echter zo snel aan dat men al in 1341 besloot de hele kerk te herbouwen. De eerste 40 jaar werd het schip in vrij provincialistische trant verbouwd maar nog tijdens deze werken verdubbelde men het oorspronkelijk opzet en voegde tussen 1398 en 1409 een groot koor toe. Dit koor wordt beschouwd als een meesterwerk van de Brabantse hooggotiek. Na de wijding van de kerk in 1 409 gingen de werkzaamheden nog verder. Zo ontstonden rond 1440 een doopkapel en in 1467 de laatgotische Trozegnies-kapel, genoemd naar de adellijke opdrachtgevers. Tussen 1440 en 1470 werd de toren die nog dateerde uit de 13de eeuw hoger opgetrokken om hem in verhouding te brengen met de nieuwe, veel grotere kerk. Zo groeide in de loop van twee eeuwen (1267 tot 1467) een bouwwerk dat ondanks de verschillende bouwcampagnes en bouwmeesters een harmonieus geheel vormt.

DE ONZE-LIEVE-VROUW-KERK VAN LAKEN Op 11 oktober 1850 overleed koningin Louise-Marie in Oostende. Volgens haar laatste wilsbeschikking wilde ze begraven worden in Laken. Daarom besloot koning Leopold I een nieuwe kerk met een crypte voor de koninklijke familie te laten bouwen. De nodige middelen voor de constructie van dit "nationaal monument" kwamen onder andere van een publieke inschrijving op initiatief van de afgevaardigden van de Belgische provincies. In 1851 werd een wedstrijd uitgeschreven voor alle Belgische architecten. Het ontwerp van Joseph Poelaert won en op 21 mei 1 854 kon de koning de eerste steen leggen. Op 1 augustus 1812, 125 jaar geleden, werd de Onze-Lieve-Vrouw-kerk ingewijd. Het bouwwerk was echter nog niet voltooid en koning Leopold II nam de verfraaiing ervan ter harte. Hij belastte bouwmeester von Schmidt uit München met de afwerking van de voorgevel, de grote portalen en de centrale toren. Vanuit architecturaal oogpunt is dit monument het grootste neogotisch gebouw in België. De 125ste verjaardag van de inwijding van de kerk wordt gevierd met allerhande activiteiten zoals tentoonstellingen en artistieke en religieuze festiviteiten. De Koninklijke crypte is open voor het publiek op zondagnamiddag en op de verjaardagen van het overlijden van onze vorsten (inlichtingen hierover: 02/418 20 95) (Naar een tekst van de Kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw van Laken )

DE SINT-MARTINUSBASILIEK VAN LUIK De geschiedenis van de Sint-Martinusbasiliek van Luik gaat terug tot 965. Dat jaar richt bisschop Eracle een nieuwe kathedraal op bovenop de Publémont te Luik. Zijn opvolger, Notker, laat dit project weer voren. Hij laat een nieuwe bisschoppelijke kerk bouwen in de vallei, op de plaats waar Sint-Lambertus, bisschop van Maastricht, omstreeks 705 werd vermoord. Het heiligdom op de Publémont wordt een collegiale kerk, die aan Sint-Martinus van Tours wordt gewijd. In 1246 speelt de Sint-Martinuscollegiale een belangrijke rol bij de invoering van Sacramentsdag. Aanvaard in de Wereldkerk door paus Urbanus IV in 1264, wordt dit feest van de Eucharistie ieder jaar, meer in het bijzonder tijdens de jubeljaren (1746-1846-1946-1996), plechtig gevierd in de Sint-Martinuskerk. Het gebouw wordt vanaf 1 511 herbouwd ten gevolge van een brandstichting in 1312 en van beschadigingen die in 1468 tijdens de plundering van Luik door de troepen van Karel de Stoute werden aangericht. In 1886 verheft paus Leo XIII de kerk tot de rang van basiliek met lagere wijdingen. In 1936 wordt de Sint-Martinus-basiliek bij koninklijk besluit op de monumentenlijst geplaatst. Zij maakt deel uit van het nationaal erfgoed en staat sinds 1992 ook op de lijst van het uitzonderlijk Waals patrimonium. Sedert 1989 wordt zij volledig gerestaureerd. Deze restauratie wordt gesubsidieerd door het Waals Gewest, de Provincie en de stad Luik.

.