Europe : Belgian Women.
Previous
Next
 

Date of issue: 4th of April 1996

OBC/COB : number: 2636-2637

 

Created by: Anne Velghe/ P.P.G. De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size : 40 x 28 mm ;
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint/Heliogravure
Number of plates:
Printing Run: 2636 - 6.338.250ex ; 2637 - 2.213.280 ex
Paper: P5 ( see paper Types )

 

2636 - 16F- Yvonne Nevejean
2637 - 30F- Marie Gevers


INFO

YVONNE NEVEJEAN Yvonne Nevejean wordt geboren in Gentbrugge op 15 november 1900. In de jaren twintig studeert ze aan de Universiteit van Gent en wordt Master of Arts in Social and Political Sciences aan de New York State University. Bij haar terugkeer, in 1928, gaat ze als inspectrice in dienst van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (N.W.K.). Later wordt ze assistente van de directeur en vertoeft regelmatig voor opleidingen en vergaderingen in het buitenland (Duitsland, Roemenië en Zweden). Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog, in 1940, komt ze aan het hoofd van het N.W.K. Als Directeur kan ze het organisme vrijwaren van elke inmenging van de bezetter en weet het met deze onafhankelijkheid ten dienste te stellen van door de nazi's opgejaagde families. Zo richt ze vanaf 1942 centra op met het doel Joodse kinderen in België te verbergen in tehuizen voor herstellende kinderen met familiale problemen. Ze ontvangt van valschermspringers die uit Londen komen, goud en diamanten om nazi's om te kopen en hen zo het zwijgen op te leggen. Op die wijze kan ze duizenden Joodse kinderen redden van een gewisse dood in een Duits concentratiekamp. Voor dit uitermate moedige werk wordt ze na de oorlog overladen met eerbewijzen in binnen- en buitenland. Yvonne Nevejean sterft op 10 augustus 1987 in Elsene. (Deze tekst is gebaseerd op gegevens verstrekt door Dhr. J. FEYERICK, zoon van Yvonne Nevcjean) HERINNERINGEN Yvonne Nevejean was directrice van het N.K.W. (Nationaal Werk voor Kinderwelzijn) tijdens de Duitse bezetting. Wanneer in 1942 enkele Joodse verzetslieden – zich bewust van de bedreiging met uitroeiing die op de hele Joodse bevolking woog – het C.D.J. ("Comité de Défense des Juifs", Comité voor de Verdediging van Joden) oprichtten in samenwerking met het Onafhankelijkheidsfront, richtten ze zich tot Yvonnc Nevejean. Van bij de aanvang is ze betrokken bij de reddingsoperaties voor Joodse kinderen en wendt ze alle middelen van de organisatie die ze leidt, evenals haar relaties en haar persoonlijke invloed, aan. Omringd door een ploeg moedige medewerkers zet ze zich bijna dagelijks in voor de plaatsing, de bescherming en het levensonderhoud van deze kinderen, zonder de uitzonderlijke, directe reddingsoperaties te vergeten. Haar moed, koelbloedigheid en intelligentie maakten van haar één van de essentiële schakels in de grote solidariteitsbeweging waardoor duizenden Joodse kinderen (4000) van de genocide werden gered. Yvonne Jospa – Lid van het C.D.J. – Erevoorzitster van de "Ondergedoken Kinderen" Niet alle slachtoffers waren joden, maar alle joden waren slachtoffers. Elie Wiesel (Nobelprijswinnaar voor de vrede) Het kind in de shoah Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden meer dan 4.000 Joodse kinderen van een door de Nazi's geprogrammeerde dood gered, dankzij de edelmoedigheid en de solidariteit van het Belgische volk. Heden ten dage, hebben deze kinderen zich verenigd in "Het Ondergedoken Kind". Eén van de hoofddoelstellingen van deze vereniging bestaat erin om hulde te brengen aan hun redders. Ze willen op die manier bereiken dat hun redding en de heldhaftigheid van hun redders in de herinnering van België gegrift blijven, zodat deze roemrijke bladzijde, in volle oorlogstijd geschreven, terwijl duizenden Joodse mannen, vrouwen en kinderen die deze kans niet kregen, werden gedeporteerd en vermoord in de vemietigingskampen, nooit zal worden vergeten. Via de voorbeeldige figuur van Mevrouw Yvonne NEVEJEAN, directrice van het N.W.K. tijdens de bezetting, wensen de ondergedoken Joodse kinderen hun eeuwige erkentelijkheid te betonen aan het verzet, evenals aan die duizenden mannen, vrouwen en instellingen. Sophie RECHTMAN Voorzitster van de Belgische Vereniging Het Ondergedoken Kind V.Z.W.

MARIE GEVERS Marie Gevers wordt op 30 december 1883 in Edegem geboren. Haar jeugd (opvoeding én onderwijs) speelt zich af op Missenburg, een oude herenhoeve in haar geboortedorp waar ze ook haar verdere leven doorbrengt en haar hele oeuvre schrijft. Enkel de catechismuslessen volgt ze buitenshuis. Vooral haar moeder zorgt voor haar onderricht en doet dit, zoals in die tijd de gewoonte is in vele gegoede Vlaamse families, in het Frans. Een Vlaams dialect spreekt ze enkel met het huispersoneel en met de mensen van het dorp. Later zal ze bevriend geraken met vele Vlaamse en Nederlandse schrijvers, zoals Felix Timmermans en Marnix Gijsen, en zal ze hun boeken in het Frans vertalen. Marie Gevers debuteert in 1907, onder impuls van haar mentor, de dichter Emile Verhaeren, met enkele gedichten in het Brusselse tijdschrift Durendal. Het jaar daarop huwt ze met Frans Willems en samen krijgen ze drie kinderen, Jean, Paul en Antoinette. Intussen wordt poëzie van haar opgenomen in Le Mercure de France en verschijnt in 1917 haar eerste dichtbundel Missenburg. Deze zal in 1925 gevolgd worden door de bundel Antoinette. Maar het grote succes komt met haar debuutroman La Comtesse des Digues uit 1931. Ze kiest van dan af resoluut voor het proza. Er volgen regelmatig romans met veelal de Scheldestreek, bv. Madame Orpha ou la Serénade de Mai in 1933, en de Antwerpse Kempen, bv. Paix sur les Champs in 1938, als onderwerp. Ze krijgt internationale faam. Haar boeken worden vertaald in vele Europese talen (Nederlands, Duits, Zweeds, Roemeens, enz.).In 1938 treedt ze toe tot de Académie royale de Langue et de Litterature françaises de Belgique waarvan ze een erg actief lid wordt. De Tweede Wereldoorlog brengt veel onheil Het gezin vlucht naar Frankrijk, in 1944 vindt zoon Jean de dood bij het bombardement op Mechelen en in 1945 sterft haar man. Enkel het literaire debuut van haar andere zoon Paul in 1941 mildert deze negatieve ervaringen. Na de oorlog verschijnen romans waarin de natuur een overweldigende rol speelt: bv. Vie et Mort d'un Etang (1961) en Parabotanique (1964). Voor haar negentigste verjaardag wordt ze in 1974, in aanwezigheid van Koningin Fabiola, van wie ze de sprookjes in het Frans vertaalde, in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel plechtig gehuldigd. Marie Gevers overlijdt op 9 maart 1975 op Missenburg. (tekst gebaseerd op: "Een leven en een oeuvre op Missenburg" van Paul Servaes) ENKELE HERINNERINGEN AAN MARIE GEVERS Vandaag haal ik graag enkele herinneringen op aan Marie Gevers, mijn moeder. Het beeld dat zij in ons achterlaat, straalt vreugde uit en optimisme, ondanks de droevige of moeilijke ogenblikken die elke familie doormaakt. Volgens haar eigen zeggen had zij talent voor geluk, en dat is waar. Zij bezat de gave om van de kleine dagelijkse dingen de schoonheid te zien, of de vermakelijke kant, want zij had zin voor humor. Ook had zij een heel goed geheugen. Zij herinnerde zich dat, toen zij zes of zeven was, de stokoude dienstmeid van haar grootouders in Boom haar het volgende verhaal had verteld. Als meisje had zij in 1915 de grond voelen trillen van de kanonnen. Zonder aarzelen had zij zich met een kruik en windsels op weg begeven naar Waterloo. Toen zij na enkele dagen thuiskwam zei ze: "Ze hadden mij daar broodnodig!" Zij was knap en geestig en had dus veel bewonderaars. Een van hen vroeg haar ten huwelijk, zij antwoordde hem: - Maar, beste vriend, we zijn allebei getrouwd! – Ja, maar het is niet voor dit leven dat ik uw hand vraag, maar voor de toekomst. (Hij geloofde in reïncarnatie.) – Luister, zei mijn moeder vriendelijk, zolang van tevoren kan ik mij niet tot iets verbinden ... We zullen wel zien als het zo ver is ... Marie Gevers had een hartstochtelijke belangstelling voor de natuur. Op zekere dag – de winter was bijna voorbij – woonde mijn vader een belangrijke vergadering bij. Zij laat hem aan de telefoon komen voor een dringende boodschap. Ongerust rent hij naar het toestel en krijgt te horen: "Er is vandaag iets buitengewoon gebeurd: de merel heeft de eerste keer gefloten!" Zij had een niet in te tomen vitaliteit en een ontembaar karakter. Daarom was zij op haar negentigste, weliswaar doof en bijna blind, nog steeds het stralende middelpunt van de familie, ja, zij was jonger van hart en geest dan velen onder ons. Paul Willems (zoon van Marie Gevers)

 

.

<