Art.
Previous
Next
 

Date of issue: 03th of June 1995.

OBC/COB : number: 2602-2603

Created by: P.P.G. De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size : 37 x 22 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint/Heliogravure
Number of plates: 1-2
Printing Run: 6.000.000ex
Paper: P5 ( see paper Types )

 

2602 - 16F - 'Sauvagemont, Maransart' -P.Alechinsky
2603 - 30F - 'Télégram-style' - P.Mara

INFO

Pierre Alechinsky wordt in 1927 te Brussel uit Russisch-joodse ouders geboren. Hij studeert in de jaren 1944-48 in diezelfde stad aan l'Ecole Nationale Supérieure d'Architecture et des Arts décoratifs "La Cambre". Hij legt zich toe op boekillustraties, typografie en verschillende grafische technieken. Dit zal belangrijk zijn voor zijn latere werk. In 1945 wordt Alechinsky lid van la Jeune Peinture Belge en ontmoet er Louis Van Lint die zijn kunst sterk beïnvloedt. In 1947 neemt hij in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten deel aan de laatste tentoonstelling van deze groep. In 1949 heeft hij een belangrijke ontmoeting met Christian Dotremont met wie hij de kern van het Belgische onderdeel van de internationale kunstbeweging COBRA (COpenhague, BRuxelles, Amsterdam) gaat vormen. Tussen '49 en '51 wijdt Alechinsky zich dermate intensief aan de organisatie van Cobra dat hij maar sporadisch aan eigen werk toekomt. Het is dan ook slechts nadat deze beweging in '51 ophoudt te bestaan dat zijn stijl er de kenmerken van krijgt. Vooral de door Dotremont gewekte belangstelling voor het schrift als picturaal uitdrukkingsmiddel was richtinggevend voor zijn werk. Het belangrijkste is, schrijft Alechinsky, in ons zelf een innerlijk schrift te ontdekken waarmee wij op organische wijze op weg zijn onszelf te ontdekken. Reizen naar Japan (o.a. in 1955) en ontmoetingen met oosterse kalligrafen versterken deze interesse nog. Naast de kalligrafische tekens verschijnen, onder invloed van de Deense kunstenaar Asgar Jorn, de typische Cobra-fabeldieren in zijn kunst. Zo ontstaan schilderijen als stripplaten waarin kleurige fantasiewezens gecombineerd worden met snel, in zwarte inkt, aangebrachte schrifttekens. Vanaf de jaren zestig krijgt het werk van Alechinsky steeds grotere internationale weerklank. Hij neemt deel aan de Biënnales van Sao Paulo (1963) en Venetië (1960 en 1972), wint de prijs voor gravure op de Biënnale van Kra-kau (1967) en exposeert o.a. in het Stedelijk Museum van Amsterdam (1961), in het Guggenheimmuseum in New York (1987) en in het Kunstverein in Hannover (1988). In de ellenlange geschiedenis van de postzegel, dat kleine rechthoekige stukje papier, brachten miskende kunstenaars echte wonderen tot stand. Zij zijn echte meesters in het verbeelden aan het begrensde. Zij zijn de miniaturisten van een ... monumentale kunst (de befaamde incestueuze geschiedenis van het onmetelijke grote en het onmetelijke kleine). Voor de kunstenaar die zich niet tot her weergeven van één van zijn kunstwerken beperkt, biedt het ontwerpen van een postzegel voor courant gebruik de mogelijkheid tot eigen inbreng. Hij moet daarbij bepaalde risico's nemen, want onmiddellijk daarop volgt een alledaags gebaar: iemand plakt een postzegel op een omslag en de confrontatie wordt een feit. Onderzocht door ontelbare ogen is het nieuw geschapen beeld zelfs niet meer veilig voor een eenogige ... Een bestelling van De Post (en de kunstenaar moet het dan nog weten), stelt eisen. Des te beter! Dat dwingt hem ertoe zich te beperken, al ware het maar door een gering aantal kleuren te gebruiken. Een tekening verwezenlijken die zo evenwichtig is dat wit de meest expressieve kleur wordt. Ik heb voor mijzelf reeds uit zo'n verplichtingen mijn voordeel gehaald: voor "Roue d'écritures" (in 1985, op een manuscript van Michel Butor) en "L'Arbre de la liberté" (in 1992, de tweehonderdste verjaardag van de Republiek), twee postzegels in diepdruk voor Frankrijk. Maakte ik mij toen alle knepen van het vak eigen ? Bepaald niet! Alles is een eeuwig herbeginnen, alles moet stuksgewijs worden opgelost. Voor België, land van mijn jeugd, heb ik alzo een stuk van een aardrijkskundige kaart gebruikt. Flarden sentiment? Ontdek, neem daarbij een loep! , tussen de kronkels van een slang vol allusies, een minuscuul stukje Brabants landschap: Saugemont, Maransart ... dorpen die thans een totale verandering hebben ondergaan door het uit zijn voegen springen van het Brusselse gewest, maar die echter in mijn geheugen intact zijn gebleven. De nodige typografische toevoegsels, die in mijn ogen heden ten dage vaak knoeiwerk zijn, werden op mijn vraag aan een meester op dat vlak toevertrouwd, namelijk aan Michel Olyff, één van mijn studiegenoten aan La Cambre, de door Henry van de Velde opgerichte kunstschool, waar wij ons in de jaren veertig vertrouwd maakten met de typografie en het boekambacht. Pierre Alechinsky

Pol Mara wordt, als Leopold Leys, op 8 december 1920 in Antwerpen geboren. Zijn leerjaren brengt hij in zijn geboortestad door aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (vanaf 1935) en als vrij student aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten (van 1941 tot 48). In 1952 toont hij bij zijn eerste persoonlijke tentoonstelling figuratief werk in een surrealistisch-expressionistische stijl. In 1958 wordt hij lid van de groep G 58 (Hessenhuis, Antwerpen). Zijn kunst wordt lyrisch abstract. De gouaches Ontploffi'ng, Windhoos en Brand uit 1959 zijn hiervan voorbeelden. Deze doeken staan gereproduceerd op de 3 postzegels van de reeks Rampen uit 1968. In het begin van de jaren zestig doet de menselijke figuur terug zijn intrede in het werk van Mara. Onwillekeurig leunt hij meer en meer aan bij de Amerikaanse en vooral bij de Engelse Pop Art. In 1964 en '65 stelt hij trouwens tentoon in Washington en New York. Maar Mara's Pop art is anders: Inderdaad, "Pop Art", een soort Amerikaanse wedergeboorte van Dada, is als sociaal kritiserende beweging eerder nihilistisch afgestemd. Mara daarentegen mist de cynische vulgariteit, de grove ruwheid en brutaliteit die de "Pop Art" kenmerkt. Mara's figuren zijn geen triviale, verdorven, gedrogeerde onder "stress"gedrukte personages, echter wel jonge frisse, gezonde, uitbundige, ongecomplexeerde, van taboes verloste meisjes en jonge mensen, vol levensvreugde, zonder enige frustraties. (Marcel van Jole) Mara blijft deze figuratie trouw. De compositiewijze verandert echter regelmatig. De meeste kunstwerken die hij vanaf 1963 maakt, kunnen omschreven worden als montages in een gemengde techniek (schilderwerk, aquarel, grafiek, fotografie, ...) van uiteenlopend beeldmateriaal. Er ontstaan zo fragmentarisch opgebouwde werken met een dynamisch en suggestief uitzicht. Met deze creaties heeft Pol Mara in binnen- en buitenland succes. Hij exposeert van Kruishoutem (Stichting Veranneman, 1979 en 1992) tot San Diego (V.S., 1982), Valparaiso (Chili, 1987), Seoel (Korea, 1993) enz. Hij ontvangt prijzen in o.a. Tokio (Prijs voor Moderne Kunst, 9de Biënnale, 1970), Barcelona (7de Biënnale van de Sport in de Kunst, 1979) en Brussel (Prijs voor artistieke carrière van de Vlaamse Gemeenschap, 1984). Zijn werk is vertegenwoordigd in musea over gans de wereld. Het stof van de sterren verspreidt een grijzige waas in het heelal. Hemelsblauw, grasgroen, jonge gezichten vol levenslust, badend in het zonnelicht. Elementen die de natuur zomaar geeft aan de mens ... Pol Mara

.