Nature : Small Animals.
Previous
Next
 

Date of issue: 5th of September 1992.

OBC/COB : Booklet 23

see also nr 2477-2480

Created by: Eric Daniels / P.P.G. De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size : 48 x 41 mm
Composition of the sheets: 4
Printing Process: Rasterdeepprint/
Number of plates:
Printing Run: 2.000.000 ex Booklets
Paper: P5 ( see paper Types )

2477 - 15F - Bunzing/Putois
2478 - 15F - Eekhoorn/ Ecureuil
2479 - 15F - Egel/Hérisson
2480 - 15F - Relmuis/Loir

INFO

 

DE BUNZING: hij heeft een slechte reputatie. Zoals het merendeel van de overige roofdieren, werd de bunzing lange tijd onder de "schadelijke" dieren gerangschikt en daarom ook meedogenloos nagejaagd, gedood en in de val gelokt. Vandaag de dag wordt hij nog steeds als "wild" beschouwd. De jacht erop (schieten, klemmen...) blijft 9 maanden op 12 open (Waals Gewest) ! Dit is niet normaal te noemen, want ofschoon de bunzing over heel ons land ruim verspreid is, neemt zijn aantal af en vormt hij een bedreigde soort. Daarbij komt nog dat hij de mens onschatbare diensten bewijst door heel wat ongewenste knaagdieren te doden: bruine ratten, muizen, veldmuizen. We kunnen het hem dan ook niet kwalijk nemen dat hij zich af en toe eens verlustigt aan een konijntje of een kweekfazant. De bunzing heeft een aantal biologische kenmerken gemeen met de meeste andere marterachtigen: - de mannetjes zijn groter. dan wijfjes; - territoriale en solitaire gewoontes; - het territorium van de mannetjes is groter en overlapt dat van de vrouwtjes; - het grootbrengen van de jongen gebeurt alleen door de vrouwtjes. Het territorium, ter grootte van enkele tientallen hectaren, wordt niet op homogene wijze benut: een bunzing met een radiozendertje werd 34 dagen lang onafgebroken geobserveerd binnen een ruimte van 25 aren: hij profiteerde er van de aanwezigheid van een grote kolonie bruine ratten. Opportunistisch als hij is, kiest hij als het ware voor de weg van de minste weerstand.

DE EEKHOORN: een acrobaat in de boomtoppen. De eekhoorn is ongetwijfeld het knaagdier dat het meest geliefd is bij het grote publiek. Zijn sympathieke snuit en het feit dat hij overdag actief is, zijn hier zeker niet vreemd aan. Hij is alombekend om zijn klim- en springkwaliteiten, maar toch heeft het lang geduurd vooraleer men meer te weten gekomen is over zijn intiem en sociaal gedrag. Zijn gedrag in de natuur werd met name bestudeerd in de Antwerpse Kempen. Bioloog Luc Wauters heeft er waargenomen dat het leefgebied van de eekhoorn in de dennenaanplanten gemiddeld 3 tot 4 hectaren en in de loofbossen gemiddeld 8 tot 9 hectaren groot is. De wijfjes verdedigen heftig een klein gedeelte van dit gebied tegen indringing door andere wijfjes. De leefgebieden van de mannetjes zijn groter en vallen gedeeltelijk samen met die van de wijfjes. In België wordt de eekhoorn zowat overal aangetroffen: in wouden, bossen en boomrijke parken. Zijn aanwezigheid is vrij makkelijk op te sporen: zijn nest is immers herkenbaar en in de naaldbomen vertonen de dennekegels waarvan hij de zaden opeet, speciale kenmerken. Zijn geliefkoosd voedsel bestaat uit gedroogde vruchten (hazelnoten, beukenoten) en uit zaden van naaldbomen (den, spar) die beide zeer rijk zijn aan voedingsbestanddelen en die bij voornamelijk tot zich neemt zodra de herfst zijn intrede doet. Hij legt een voedselreserve aan in schuilplaatsen die hij alleen kent en die hij zich zeer goed herinnert. In de lente voedt hij zich met jonge scheuten en insecten, soms met een nest jonge vogeltjes. De eekhoorn wordt nog steeds als wild beschouwd, maar de jacht erop is verboden sedert 1973.

DE EGEL: hij is zoals hij geboren wordt. Jawel, reeds van bij hun geboorte vertonen de egels stekels ! Gelukkig maar voor hun moeder zijn deze stekels zacht. Na ongeveer anderhalve dag verschijnen er tussen de witte stekels van bij de geboorte gekleurde stekels. Wanneer de egel ongeveer een maand oud is, vallen deze stekels uit en worden ze vervangen door de definitieve, dit keer harde stekels. Net zoals de relmuis houdt hij een winterslaap. In april verlaat hij zijn schuilplaats en gaat hij op zoek naar voedsel: slakken, insecten en de larven ervan, krengen, kleine knaagdieren, maar ook allerhande fruit. In België wordt de egel in sterk verschillende woongebieden aangetroffen: tuinen, parken, veenmoerassen, agrarische gebieden en bossen. Ofschoon volledig bij wet beschermd, is hij toch het belangrijkste slachtoffer van het wegverkeer. Zijn gewoonte zich bij gevaar tot een balletje op te rollen, wordt hem uiteraard noodlottig wanneer hij een weg oversteekt. Het feit dat hij wettelijk beschermd wordt, neemt evenmin weg dat hij te lijden heeft onder het gebruik van pesticiden en onder het eenvormig wordend landschapspatroon van ons platteland: gerooide hagen, ruilverkavelingen, het verdwijnen van sloten en holle wegen...

DE RELMUIS: de zevenslaper Net zoals de eikel- en hazelmuis, behoort de relmuis tot de knaagdieren die een winterslaap houden. Dat wil zeggen dat zij de wintertijd in een toestand van diepe verdoving doorbrengt. In de nazomer bouwt zij een grote vetreserve op. Bij de eerste koude zoekt zij een comfortabele schuilplaats op en vertraagt haar bioritme: haar hart klopt nauwelijks, ze ademt nog slechts bij tussenpozen en haar lichaamstemperatuur van nagenoeg 36º C neemt af en benadert ongeveer de buitentemperatuur, zonder evenwel onder 4º C te dalen. Haar diepe slaap wordt echter onderbroken door periodes van spontaan wakker worden tijdens welke al haar vitale functies opnieuw normaal worden. Dit ontwaken vergt een grote hoeveelheid energie die rechtstreeks geput wordt uit de vetreserve. De - ook door de egel en de vleermuizen gehouden – winterslaap is weliswaar praktisch om aan de barre winter te ontkomen, maar toch zijn er enkele risico's aan verbonden: wanneer deze slaapmuis 's winters op een ongelegen moment wakker gemaakt wordt, kunnen haar reserves ontoereikend zijn om in het voorjaar te kunnen ontwaken, hetgeen haar dood kan betekenen. In België zijn er maar weinig relmuizen. Ze komen enkel voor in de loofwouden in het zuiden van de Gaume. Net zoals de eikel- en hazelmuizen, zijn de relmuizen volledig bij wet beschermd, zowel in Vlaanderen als in Wallonië. R.M. LIBOIS (Laboratorium voor Ethologie Universiteit van Luik – Instituut voor Dierkunde).