Olympic games - Albertville 92 - Barcelona 92
Previous
Next
 

Date of issue: 18th of January 1992.

OBC/COB : number: 2439-2442

 

Created by: Pol Mara / P.P.G. De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size card : 24 x 35mm ;35 mm x 24 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Rasterdeepprint/Heliogravure
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2439 - 468.359 ex ; 2440 - 464.135 ex ; 2441 - 470.480 ex ; 2442 -459.159ex
Paper:2439-2440- P6 ; 2441-2442 - P5 ( see paper Types )

 

2439 - 10F+2F - Speed Skating
2440 - 10F+2F - Baseball
2441 - 14F+3F -Woman tennis
2442 - 25F+6F - Clay pigeon shooting

INFO

Deze Olympische sport ontstond in landen, waar de bewoners zich sedert eeuwen op schaatsen over bevroren watervlakken verplaatsen (Nederland, Skandinavië en ook de Angelsaksische landen). De eerste schaatsvereniging werd vermeld in 1872 in het Schotse Edinburgh. In de tweede helft van de 19de eeuw werden regelmatig competities gehouden. In 1892 werd de Internationale Schaatsenrijders Unie opgericht in Scheveningen, die de competities indeelde in: 600 m, 1.500 m, 5.000 m en 10.000 m. De wedstrijden hadden plaats op pistes (533,3 m of 400 m) met twee banen, zodat de deelnemers gelijktijdig kunnen starten. In 1924, op de eerste Olympische Winterspelen in het Franse Chamonix, werd het hardrijden op de schaats (samen met het kunstrijden) definitief opgenomen in het Olympisch programma. Twee schaatsers starten telkens gelijk, en moeten van kant wisselen telkens ze de oversteekzone bereiken (t.t.z. de rechte stukken). Wedstrijdschaatsen zijn voorzien van lange (meer dan 40 cm) dunne ijzers. Ze laten toe in de sprintnummers meer dan 60 km per uur te ontwikkelen. Behalve traditionele nummers, is ook marathonschaatsen bijzonder populair. De wereldberoemde "Elfstedentocht" trekt schaatsers van over de hele wereld aan. In België beschikt men over weinig of geen klassieke omlopen. Daarom schaatst men er op korte banen of short track en in drie disciplines.

Baseball, de nationale sport van de Verenigde Staten van Amerika, vindt zijn oorsprong in Groot-Brittannië, waar tot op heden nog steeds het Welsh base ball wordt gespeeld. Base-ball (ook wel "honkbal" genoemd) was lange tijd Amerika's sport nummer een. Nu wordt het daar verdrongen door "American football" en basketball. Bij ons kent base-ball meer en meer sukses. Twee ploegen van negen spelers strijden op een speelveld dat de vorm heeft van een kwartcirkel. Daarop vormen drie kussens en een rubberen plaat de hoekpunten van een groot vierkant, waar men rond de "bases" loopt. In het midden daarvan ligt de werpplaats. Van daaruit zal de werper ("pitcher") de bal, met de gekste effekten, naar de slagman ("batter") gooien. Die moet zorgen dat hij de bal met zijn "bat" een harde slag kan geven. Tijdens het traject van de bal tracht hij de toer van de "bases" te maken. Indien hij een volledige toer, op eigen worp maakt dan noemt men het een "Home-run". De ploegen spelen afwisselend aanvaller en verdediger. Sinds de tweede wereldoorlog werd base-ball ook buiten de Verenigde Staten gespeeld. In sommige Aziatische landen zoals Japan, Taiwan en Zuidkorea is baseball even zo populair als in de Verenigde Staten van Amerika. Dit is eveneens het geval voor enkele Midden-Amerikaanse landen en Cuba.

De geschiedenis van het vrouwentennis volgt die van de mannelijke collega's met ettelijke jaren vertraging. Het tennis heeft als voorvader het "jeu de paume", dat in de middeleeuwen bijzonder in trek was. Pas in 1878 werden de spelregels, zoals we die nu kennen, vastgelegd. In Wimbledon werd het eerste kampioenschap ingericht. Samen met drie andere kampioenschappen vormt het een geheel van vier Grand Slam tornooien. De competities met landenploegen om de Davis-beker dateren uit 1900. Dertien jaar later werd de Internationale Tennisfederatie gesticht. In 1896 werd de tennissport opgenomen in het Olympisch programma. Vier jaar later volgde het vrouwentennis. Het professionalisme ontwikkelde zich echter dusdanig dat de sport na de Spelen van 1924 van het Olympisch programma werd afgevoerd. In 1970 richtte men het Grand-Prix circuit op voor de mannelijke tennisspelers en pas in 1977 werd het voor de tennisspeelsters opengesteld. De "Women's International Tennis Association" (WITA) groepeert de vrouwelijke beroepstennisspeelsters. In het begin van deze moderne evolutie konden slechts een handvol speelsters een professionele carrière uitbouwen in het tennis. Nu is het beroeps-vrouwentennis uitgegroeid tot een volwaardig circuit. De WITA houdt ook een internationale "ranking" bij, een internationale waardetabel van alle speelsters.

Niet minder dan een vijftigtal verschillende disciplines worden in de schietsport beoefend. Enkel de belangrijkste worden weerhouden voor grote internationale wedstrijden zoals de Olympische Spelen. Het "kleiduifschieten", een van die disciplines, kwam in ons land fel in de belangstelling na de Olympische Spelen in Seoul in 1988. Deze discipline wordt ook "trap" genoemd, wat letterlijk "mand" betekent. Dit komt omdat men vroeger op echte duiven schoot die uit manden genomen werden. Als wapen wordt een jachtgeweer van het kaliber 12 gebruikt. De kleiduiven of " clays " zijn schijven die worden weggeslingerd door een van springveren voorzien toestel dat op 16 m van de schutter opgesteld staat. Op elke kleiduif worden ten hoogste twee schoten gelost. Als een clay wordt verbrijzeld geldt dit als een treffer. De clays worden weggeslingerd op bevel van de schutter. Kleiduifschieten wordt zowel individueel als in ploegverband beoefend. Zie je zo'n schutter heel kalm het vertrek van de duif afwachten, dan besef je eigenlijk niet meteen hoeveel besluitvaardigheid en reaktievermogen bij deze sport nodig zijn.

 

 

.