Culture : 'aanbidding van het Lam Gods.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 5th of April 1986.

OBC/COB numbers: 2205-2207

 

Created by: De Schutter

Perforation: 11 1/2
Size: 35mm x 46mm
Composition of the sheets: 40
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates:
Printing Run: 2205 - 581.881ex ; 2206 - 579.926ex ; 2207 - 567.232 ex
Paper: 2205 - P6 : 2206-2207- P5 ( see paper Types )

2205 - 9F+2F - Holy Mary
2206 - 13F+3F - Holy Christ
2207 - 24F+6F - John, the Baptist

INFO

Culturele uitgifte. "De Aanbidding van het Lam Gods" Het Lam Gods uit de Gentse Sint-Baafskathedraal is een van de meest beroemde retabels uit de 15de eeuw. Het werd begonnen door Hubert Van Eyck en voltooid door Jan, zijn broer in 1432. Jan Van Eyck is een begrip in de 15de-eeuwse schilderkunst. Hij realiseerde niet alleen opdrachten voor rijke kooplieden of notabelen doch was ook hofschilder van de Graaf van Holland en van Filips de Goede, hertog van Bourgondië. Het altaarstuk het Lam Gods werd besteld door Joos Vijd, kerkmeester van Sint-Jan (nu Sint-Baafskathedraal) en schepen van de stad, en door zijn vrouw Elisabeth Borluut. Beiden staan afgebeeld op de zijluiken van het retabel. Het geheel omvat 24 panelen waarvan het centrale gedeelte de Aanbidding van het Lam voorstelt. Het veelluik bevat talrijke verwijzingen naar de wisselende liturgie van het kerkelijk jaar, naar de Heilige Schrift en in het bijzonder de Apocalyps, en naar vroegchristelijke en middeleeuwse commentaren van theologen. Picturaal munt het altaarstuk uit door een grote technische vaardigheid en virtuositeit in de weergave van materie en structuur, van licht en volume. De transparante verflagen en het rijke palet verlenen het werk een grote glans en helderheid. De waardering voor het Lam Godsretabel was reeds zeer groot in de 15de en 16de eeuw; nu wordt het algemeen beschouwd als een van de belangrijkste meesterwerken in de geschiedenis van de Westerse schilderkunst. (Tekst welwillend medegedeeld door het Museum van Schone Kunsten van Gent).

 

.

.

.

.

.

.

.

.