Belgica 82
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 11th of December 1982.

OBC/COB numbers: Block 59

see nr 2077

Created by: Design : Oscar Bonnealle / Gravure: Constant Spinoy

Perforation: 11 1/2
Size: 49 mm x 38 mm
Composition of the sheets: 1
Printing Process: Combined Steel and Screendeepprint
Number of plates:
Printing Run: 793.349 ex
Paper: P5 ( see paper Types )

Block 59

2077 -50F+25F - Postiljon

INFO

Belgica 82. 1e wereldtentoonstelling voor postgeschiedenis, postwaardestukken en aërofilatelie. Van 1501 tot bij het einde van de 18de eeuw werd voor het verzenden van briefwisseling van het Hof en van de Staatsdiensten beroep gedaan op de boden van de Prinsen van Thurn en Tassis, terwijl sinds de Middeleeuwen, eveneens tot ongeveer einde van de 18de eeuw, de meeste gewestelijke brieven door de gemeenteboden werden besteld. In de meeste gevallen werd het loon van de bode op de adreszijde van de brief vermeld. Dit bodeloon kon hij ontvangen bij het afleveren van de brief aan de geadresseerde. Dit was eigenlijk een zekere waarborg voor het feit dat de brief zijn werkelijke bestemming had bereikt. Iedere gemeentebode had op de voorgevel van zijn woning een brievenbus waarop de namen van de door hem bediende plaatsen stonden vermeld. Deze beëdigde boden reisden te paard en moesten naar rata van de door hen bestelde poststukken belastingen betalen. Voor het afleveren van de privé-briefwisseling werd in de Middeleeuwen eveneens beroep gedaan op de boden van kloosterorden, reizende universiteitsstudenten en pelgrims. Onder het Frans en het Hollands bewind kwamen de posterijen in staatshanden terecht en werd aan de boden een vast loon uitbetaald. In de eerste jaren van de Belgische Onafhankelijkheid werd een landelijke postdienst opgericht waarvan het reglement dateert van 20 augustus 1836. Om in alle gemeenten van het Rijk de post te kunnen bestellen en de brievenbussen te lichten werd een groot aantal landelijke postboden aangeworven. Bij het uitoefenen van hun ambt droegen ze een uniform. Die verplichte kledij wordt in voornoemd reglement als volgt omschreven: – blauwe vest met rechte kraag; – staalgrijze broek; – hoed in gelakt vilt; – zwarte das. De briefwisseling moest meegedragen worden in een zwart lederen tas, hangend aan een brede riem. Op de voorkant van de riem was een koperen plaatje bevestigd waarin duidelijk zichtbaar een Belgische Leeuw en het woord «Facteur» gegraveerd stonden. (Basistekst bezorgd door de H. L. DE CLERCQ).

.

.

.

.

.

.

.