Solidarity :150 year Gendarmery.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 5th of December 1981.

OBC/COB numbers: 2031-2033

 

Created by: Design : Mss Marie-Anne Bolle / helio : J. Malvaux

Perforation: 11 1/2
Size: 24 mm x 35 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2031 - 760.626ex ; 2032 - 745.393ex ; 2033 - 743.933ex
Paper: P5 ( see paper Types )

2031 9F - Gendarmery
2032 20F - Carabinary
2033 40F - Scouts

INFO

Na de overwinning op de Hollanders in het Park te Brussel, begint de reeds op 25 september 1830 opgerichte voorlopige Regering de nieuwe Belgische Staat te organiseren door hem instellingen te verschaffen, die zo snel mogelijk een einde moeten stellen aan de alom opdagende wanordelijkheden. Ten aanzien van de Belgische Rijkswacht, een van die instellingen, treft de voorlopige Regering een zeker aantal maatregelen. Op 11 oktober 1830 wordt aldus beslist over de kledij. Deze toestand zal echter maar door het Koninklijk Besluit van 15 april 1832 gelegaliseerd geraken; hierin wordt het uniform van de jonge Belgische Rijkswacht omschreven. In de periode van 1830 tot 1832 waarin men overschakelt van het Hollands uniform naar de definitieve kledij voor de Belgische Rijkswacht, werd het uniform van de Marechaussee nauwelijks gewijzigd; de borstlap werd geel en de kokarde op de steek krijgt de Belgische kleuren: zwart, geel en rood. In grote trekken omvat het uniform van 1832 een koningsblauwe jas met scharlaken omslagen, kleppen en biezen, een zeemlappen broek voor de officieren, onderofficieren en rijkswachters te paard of een grijze laken broek voor de onderofficieren en rijkswachters te voet. De ruiters dragen de nestel aan de linkerschouder, de voetgangers een klaverbladvormig sieraad aan de rechterschouder. Door ditzelfde Koninklijk Besluit van 15 april 1832 wordt de steek (van de voormalige Marechaussee) voorgoed vervangen door een berenharen muts vooraan voorzien van een koperen granaat.

Het regiment der Karabiniers kwam tot stand tijdens de " Septemberdagen " van 1830. Het is samengesteld uit vrijwilligers en wordt weldra in het geregeld leger ingelijfd. In augustus 1831 neemt het deel aan de tiendaagse veldtocht onder de naam " 1 Jagers ". Op 9 juli 1847 wordt het regiment omgedoopt tot " 1e Jagers-Karabiniers " en in 1850 tot " Regiment der Karabiniers ". Van 1864 tot 1867 neemt het deel aan de Belgische expeditie naar Mexico. In 1870 worden negen bataljons gemobiliseerd. Van 1888 tot 1891 telt het in zijn rangen de troonopvolger, prins Boudewijn (1869-1891). Na de invoering van de verplichte legerdienst wordt het regiment in 1913 omgedoopt tot " 1 Karabiniers ". In 1914 wordt het regiment gesplitst en vormt met het " 3e Karabiniers " de " 19e Gemengde Brigade ". Na de vuurdoop te hebben ondergaan te Antwerpen op 25 augustus 1914, wordt het tijdens de oorlog onderscheiden met vijf eervolle vermeldingen en op 22 november 1918 neemt het deel aan de zegevierende intocht van de Koninklijke Familie te Brussel. Het neemt deel aan de bezetting van Duitsland. Op 13 juni 1930 wordt het onderscheiden met de nestel met de kleuren van de Orde van Leopold en op 21 juli wordt de benam "Prins Boudewijn" aan zijn naam toegevoegd. Op 10 mei 1940 is het regiment aan het Albertkanaal gelegerd, daarna aan het kanaal van Terneuzen. Wegenszijn optreden tijdens de achttiendaagse veldtocht bekomt een zesde eervolle vermelding. Thans is het in de Duitse Bondsrepubliek gelegerd. De historiek van de uniformen van dit regiment kan bondig als volgt worden samengevat: - 1830: Uniform met 1 rij met 9 koperen knopen. Groene broek. Gele kraag en biesje. Groene epauletten met rode franjes. Zwarte vilten sjako versierd met haren kokarde en een vlecht met gele eikels; groen kwastje en neerhangende pluimen in driekleurig paardenhaar. Groene kapotjas. Zwart ledergoed. - 1831: Uniform van groen laken; plastronkraag, groene opslag, rode biesjes. Jaspand versieringen in rood laken: granaat en hoorn. Wollen epauletten sabelkoord, groene troetel. Broek in groen laken met rood biesje. Kapotjas van donkergrijs lak, kraag versierd met een rood biesje. Jasje van groen laken. Veldmuts van groen laken, rood biesje, garen en eikels. Halve slobkousen van zwart laken. Sjako met een koperen plaatje waarop een hoorn is voorgesteld met binnenin het korpsnummer, groene kwast, rood vlamvormig kenteken. Het uniform verandert nog in 1832, 1837 en 1845. Thans is het uniform kakikleurig, met groengeel biesje bruine baret. Het kenteken bestaat uit een trompet met " 1 B " en bovenop een kroontje voor het regiment " Prins Boudewijn ".

Bij besluit van het Voorlopig Bewind wordt op 1 februari 1831 de compagnie der Gidsen, doorgaans " De Gidsen van de Maas " genoemd, opgericht, om regiment te worden op 24 januari 1833. Het neemt deel aan de 1ste wereld oorlog waarin het actief zijn deel opeist tijdens het bevrijdingsoffensief. In 1918 escorteert het Koning Albert tijdens zijn zegevierende intochten te Brugge en Brussel. Tijdens de " zonderlinge oorlog " bezet het regiment Gidsen, sedert 1937 volledig gemotoriseerd, stellingen in Ardennen waar het de vuurdoop ondergaat op 11 mei 1940 Bij de overgave wordt het grootste deel van het regiment krijgsgevangen genomen, de overige manschappen slagen erin Engeland te bereiken. Van 1946 af zijn de Gidsen in de Duitse Bondsrepubliek gelegerd. De mars van het Regiment der Gidsen is een bijzon< beroemd muziekstuk. Het was Koning Leopold I die in 16 de beslissing trof dit muziekstuk te laten componeren Een eeuw later telde dit muziekkorps 85 musici waarbij talrijke laureaten van het Conservatorium. Het uniform van dit regiment maakt natuurlijk in de loop der tijden een evolutie mee. Reeds voor haar officiële oprichting droegen de soldaten van deze compagnie een blauwe ja zwarte broek en een muts uit vossenbont met groene vlam Een jaar later, in 1831, waren zij gekleed in een donker groen uniform met een das in purperrood laken en opslag dezelfde kleur. Van 1843 af, ziet het uniform van het regiment der Gidsen er als volgt uit: Groene kraag en opslag met purperrode bies. Broek met witte band. Zwarte kolbak met purperrood vlamvormig kenteken, witte bies en eikels. Witte epauletten en nestei Zwarte patroontas met witte sabel en koppelriem. Groei sjabrak met wit galon en purperrode bies; de letter L met een kroontje in de hoeken. Purperrode manteltas met wit bies en geborduurde kroon op de zijkanten. Zwarte handschoenen met kap in zwart leder. Voor de officieren: epauletten, nestels, zilveren schouderkwasten en galons ('). Achteraf werden nog enkele kleine wijzigingen aangebracht. Thans dragen de Gidsen het kakiuniform met purperrood biesje, zwarte baret, het kenteken" L " en boven op een kroontje. (') ROUEN " Het Belgisch leger. Historisch verhaal van zijn organisatie, zijn klederdracht en uniformen, zijn bewapening en tactiek sedert de voorhistorische tijden tot heden ". Brussel - Luon - Claessen (1896). .

.

.

.

.

.

.