Culture issue.
Previous
Next
 

Date of issue: 12th of April 1975.

OBC/COB numbers: 1759-1760

 

Created by: Paul Verheyden / Charles Leclercqz / Henri DeCuyper

Perforation: 11 1/2
Size: 1759/1760 -35 mm x 24 mm ;1761 24 x 35 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Steeldeepprint
Number of plates: 1-2-3-4
Printing Run: 1759 -761.207ex ; 1760 - 761.835ex ; 1761 - 760.383ex
Paper: P3 ( see paper Types )

1759 - 6F50+2F50 - Pesaro Palace at Venice
1760 - 10F+4F50 - St-Baafs Abbay at Gent
1761 - 15F+6F50 - Madonna with child - Michelango Buonarotti

INFO

De Regie der Posterijen geeft voor de steunactie tot redding van Venetië een postzegel uit met afbeelding van een der fraaiste monumenten van de lagunenstad, het Ck Pesaro aan het Canal Grande, voormalig paleis van de doorluchtige familie Pesaro en thans Internationaal Museum voor Moderne Kunst. De gevel van het gebouw is versierd met machtig barok beeldhouwwerk dat toegeschreven wordt aan een Vlaams kunstenaar, geboren te leper in 1627 en gestorven te Venetië in 1679: Josse de Corte, alias Giusto Cort, Lecurt of Le Court. Hij heeft de stijl van de grootmeester van het Italiaanse Barok, Bernini, meesterlijk aangewend bij de talloze, vleiende opdrachten die hem te beurt vielen tot opluistering van kerken en paleizen te Venetië, o.m. het majestueuze hoogaltaar in S. Maria della Salute, de decoratieve figuren aan de Dogana di Mare en te Padua het mausoleum van de heldhaftige zeeman Caterino Cornaro. Josse de Corte heeft een groot aantal voortreffelijke leerlingen gevormd en evenveel navolgers gehad. Em. LANGUI. .

HET MUSEUM VOOR STENEN VOORWERPEN (voormalige Sint-Baafsabdij) te Gent. Omstreeks 630-639 stichtte Amandus, een geloofsverkondiger uit Aquitanie, op de plaats Ganda aan de samenvloeiing van Leie en Schelde, een kerk en een abdij toegewijd aan de H. Petrus. Bavo, een adellijk grondbezitter uit Haspengouw, overleed er omstreeks 650. Hij werd in de abdij begraven en er weldra als een heilige vereerd. In het begin van de 9e eeuw was Einhard, de biograaf van keizer Karel de Grote, abt van de abdij. Vooral vanaf het bestuur van Einhard begon men het klooster de Sint-Baafs-abdij te noemen. In de tweede helft van de 9e eeuw staken de Noormannen de abdij in brand. De monniken vluchtten naar Frankrijk en de abdij bestond niet langer. Tijdens de regering van graaf Arnulf de Grote (918-965) werd de abdij heropgebouwd. Vanaf de tweede helft van de 9e eeuw tot het midden van de 11e eeuw werd het domeinbezit van de Sint-Baafsabdij hersteld. Het werd later nog in belangrijke mate uitgebreid. In de Middeleeuwen was de abdij de geliefkoosde verblijfplaats van de graaf van Vlaanderen als hij te Gent verbleef. De imposante gebouwen, vooral de indrukwekkende vijfbeukige abdijkerk en de refter (de grootste in België), getuigden van de macht en de rijkdom van het klooster. Op het einde van de 15e eeuw kende de abdij een laatste bloeitijd tijdens het bestuur van Rafael de Mercatel. Deze abt, bekend om zijn praalzucht en verfijning, liet enkele belangrijke verbouwingen uitvoeren. Aan de bloei van de eeuwenoude abdij kwam evenwel in 1540 plots een einde. In dat jaar kwamen de Gentenaars in opstand tegen hun vorst keizer Karel V. Om de stad voorgoed te temmen liet de keizer een bolwerk bouwen op de plaats van de Sint-Baafsabdij. De abdijkerk werd gesloopt en de overige kloostergebouwen ingericht als kazernes en arsenalen. De monniken werden met de waardigheid van kanunnik overgeplaatst naar de Sint-Janskerk die geplaatst werd onder de bescherming van de H. Bavo en die later de Sint-Baafskathedraal werd. In de loop der eeuwen verloor het bolwerk, dat het Spanjaarden-kasteel werd geheten, gaandeweg zijn militair belang. In de jaren 1827-1834 werd het afgebroken. In 1882 richtte het Gemeentebestuur van Gent in de gewezen abdijgebouwen het Museum voor stenen voorwerpen in. Het belang van de collectie, in hoofdzaak gevormd door te Gent gevonden voorwerpen, is zeer groot. Ze is vooral rijk aan grafzerken en middeleeuws beeldhouwwerk.

500 jaar geleden, op 6 maart 1475, werd Michelangelo Buonarotti geboren. Om dit feit te herdenken deze postzegel die de zg. "Brugse Madonna" voorstelt; het enige beeld van de meester dat tijdens zijn leven Italië verliet en het enige dat ons land bezit. Deze herdenking valt samen met het Heilig Jaar 1975. Brugge, dat met zijn 500 à 600 gevelmadonna's altijd als "Mariastad" bekend stond, wil deze titel ook in 1975 waar maken. Hoe ontstond het beeld en hoe kwam het naar Brugge? In een van de gelukkigste en vruchtbaarste perioden uit Michelangelo's leven, toen hij aan zijn David werkte, werd het in 1505 uit wit marmer gebeiteld in opdracht van kardinaal Piccolomini en was oorspronkelijk bestemd voor het kathedraalaltaar te Siena. Maar Vlaamse kooplieden, de Mouscron's, boden voor het kunstwerk een hogere prijs dan de kardinaal. Zo kwam het naar Vlaanderen. Jan Mouscron schonk het in 1514 aan de Onze-Lieve-Vrouw-kerk te Brugge. Onder Napoleon en Hitler werd het beeld geroofd, maar kwam telkens weer naar Brugge terug. Men kan er de peinzende Maagd bewonderen die het naakte Kind tussen de knieën houdt... maar toch afwezig schijnt. Ondanks de strakke uitvoering in quattrocentostijl blijft het beeld boeien en ontroeren.

.

.

.

.

.

.

.

.