Culture- Abbeys.
Previous
Next
 

Date of issue: 24th of March 1973.

OBC/COB numbers: 1662/1665

 

Created by: Marc Séverin / J.Malvaux

Perforation: 11 1/2
Size: 55,2 x 38,2mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Steeldeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 1662 - 764.256ex ; 1663 - 753.151ex ; 1664 - 739.796ex ; 1665 - 747.423ex
Paper: 1662 - P2 ; 1663/1665 - P3 ( see paper Types )

1662 - 2F+1F - Bijloken Gent
1663 - 4F50+2F - St-Ursmarus Church Lobbes
1664 - 8F+4F - Abbey t' Park Heverlee
1665 - 9F+4F50 - Abbey Florette

INFO

De abdij van de Bijloke, genaamd naar het terrein waarop ze in 1228 werd opgericht, bestond van meet af aan uit een hospitaal en de abdijgebouwen van de Cistercienzer-zusters die dit hospitaal bedienden en beheerden. Het vrijwel intact gebleven hospitaal, bestaande uit een grote ziekenzaal met een merkwaardige eikenhouten bekapping en aanpalende kapel, vormt een belangrijk voorbeeld van de gotische bouwtrant in de Scheldestreek tijdens de 13e eeuw. In de voornaamste oude abdijgebouwen is sinds 1928 het Oudheidkundig Museum van de stad Gent, een van de rijkste en veelzijdigste in zijn soort, ondergebracht. Deze gebouwen liggen op zowat 200 m ten Z.W. van het hospitaal en vormen een belangrijk architecturaal ensemble. De oostvleugel, met op de verdieping de gewezen slaapzaal van de zusters, en de zuidvleugel met de gewezen refter op de verdieping, dateren van de 14e eeuw. De grote refter met zijn meesterlijk versierde westgevel, zijn houten zoldering gestut door gesculpteerde kapitelen, zuiltjes en kraagstenen en zijn muurschilderingen is een uitzonderlijke getuigenis van volmaakt vakmanschap en klassiekgotische schoonheid. In het begin van de 17 eeuw, werd het zogenaamde Huis van de Abdis, parallel met de reftervleugel, gebouwd. Opgetrokken in Vlaamse renaissancestijl deed het oorspronkelijk dienst als infirmerie. Thans maakt het gebouw deel uit van het Oudheidkundig Museum en herbergt een aantal 17 eeuwse interieurs. De huidige verblijven van de zusters zijn gelegen in het gedeelte van de abdij dat in de jaren 1665-67 werd opgericht. Deze gebouwen evenals het oude hospitaal van de 13e eeuw, zijn ingebouwd in het complex van het Burgerlijk Hospitaal dat van 1873 tot 1878 in neogotische stijl werd opgetrokken en sindsdien nog in belangrijke mate werd vergroot.

't Was in 654 dat de Sint-Pietersabdij werd opgericht dooi Landelin te Lobbes, een landelijk oord in de Sambervallei. Gedurende elf eeuwen straalde deze abdij een ongeëvenaarde glans af over heel het geletterde westen. Indien er van de abdij van destijds, die in 1794 geheel werd vernield quasi niets overblijft, heeft Lobbes desondanks een merkwaardig heiligdom bewaard. Het gaat hier om de Sint-Ursmaruskerk van Karolingische oorsprong, die langs alle kanten het Samberlandschap beheerst. Van verre reeds bemerkt men het lange kerkschip met zijn Romaanse deur- en vensterbogen, de zijkapellen en de schoormuren in zandsteen van de streek. Aangezien in de kerk relikwieën bewaard werden van de Heilige Petrus mochten de monniken er niet worden begraven. Dat was dan ook de reden waarom de Heilige Ursmarus, Abt van de Abdij te Lobbes, in 698 op een nabijgelegen heuvel een grafkerk deed bouwen die naderhand tot de beschikking gesteld werd van de gelovigen. Een van de bijzonderste delen van de kerk te Lobbes is wel de crypte die zich onder het huidig kerkkoor bevindt Het middenschip omvat drie bogen met vijf tussenruimten Het eerste vak wordt ondersteund door vierkante pijlers de andere daarentegen door pilaren in lijstwerk. ledere boog vormt een gewelf waarvan de scherpe randen op zware dwarsbalken steunen. Tijdens de in 1950 uitgevoerde verbouwingswerken waarbij de zuidelijke koormuur werd blootgelegd, kwam er een vensteropening te voorschijn en drie reeksen blinde boogjes, aangebracht op achthoekige zuiltjes met kubiekvormige voetsteunen en waarvan de kapitelen voorzien waren van lijstkroonwerk. Het zijn nog de enige op hun oorspronkelijke plaats bewaarde Romaanse kapitelen die er in die streek nog te vinden zijn. De Karolingische Sint-Ursmaruskerk van Lobbes werd in 973 tot Collegiale kerk verheven en blijft nog steeds eer van de mooiste monumenten uit de streek van Thuin.

De abdij van 't Park te Heverlee, van de orde van Prémontré, werd in 1129 gesticht door de graaf van Leuven, Godfried met de Baard. Dit best bewaarde abdijcomplex van de Nederlanden laat op de bezoeker een onvergetelijke indruk na. Ofschoon Park in de loop der eeuwen werd aangepast aan de Renaissance en de barok, ontdekt men er nog interessante resten van de romaans-gothische bouwstijlen. De abdij, met haar grootse poortgebouwen, schitterende barokgevels, leeuwenpoorten en verfijnde baroktoren, weerspiegelt zich rustig in uitgestrekte vijvers. Het interieur bezit een heerlijke gotische pandgang, een stemmig kapittel, een refter en een bibliotheek met plafonds in hoog-relief en een fraai dormitorium in barok. Bovendien worden in de abdij waardevolle schilderijen, stijlmeubelen en archiefstukken zorgvuldig bewaard. Dank zij de "Commissie van Monumenten" en de "Vrienden van de abdij van 't Park" kon tot nog toe heel wat gerestaureerd worden. Duizenden bezoekers – waarvan veel buitenlanders – zien met genoegen dat Park niet aan zijn lot wordt overgelaten en zien hoopvol het volledig herstel van de abdij tegemoet. Ook herontdekken ze de waardevolle rol van een abdij in deze tijd, als oase van rust, bezinning en stille bewondering. De abdij van 't Park te Heverlee, met haar stijlvolle gebouwen en stemmige interieurs, waar het kunstzinnige en het religieuze harmonisch samengaan, heet U welkom en biedt U een unieke kans tot verrijking van hart en geest. 

De abdij van Floreffe, die op verzoek van de Graven van Namen, Godefroid en Ermesinde, in 1121 door Sint-Norbertus werd opgericht, heeft tot het einde van het "ancien regime" een eersterangsrol gespeeld in de geschiedenis van onze gewesten. Deze abdij bezat goederen en inkomsten op meer dan vijftig verschillende plaatsen en bediende een twintigtal parochies. Haar invloed was merkbaar tot aan de Rijnoevers. Ze had een uitstraling, niet enkel op godsdienstig gebied, maar tevens ook op politiek vlak – de abt was de pair van het graafschap en zetelde in de Staten – en op kunstgebied: hiervan getuigen heel wat uitzonderlijke werken zoals de " Bijbel van Floreffe ", een wonder van middeleeuwse miniatuurkunst, die bewaard wordt in het British Museum of het veelluik-reliekschrijn, een der voornaamste stukken van Maaslandse kunst in de dertiende eeuw, dat zich in het Louvre bevindt. Maar wat thans het belang van dit oud klooster uitmaakt is dat het wonderlijk gaaf is gebleven. Gelegen op een tiental kilometers van Namen, stapelt het zijn gebouwen trapsgewijze op, van de voet tot de top van een scherpe berghelling die de Sambervallei beheerst, aan de zoom van het Marlagnewoud. Deze gebouwen omvatten een molen-bierbrouwerij, de oudste van België, Romaanse en gotische zalen, een voorplein en abdijvertrekken van de 18e eeuw, een negentig meter lange statige kerk die hersteld werd door Dewez, met barok gestoelte van Pierre Enderlin. Dat monument, dat volledig in de traditie van de grote Norbertijnen ligt, is een levende getuigenis van 850 jaar geschiedenis.

.

.

.

.

.